Schrijver hierin gedwaald heeft; dat toch de afwijkingen van einert's stelsel zoo belangrijk zijn, dat zij de hoofdgevolgen van zijn beginsel treffen; terwijl daarentegen bij toetsing der Duitsche wet aan het beginsel van liebe: ‘Alle wisselverklaringen zijn eenzijdige, door den vorm verbindende handelingen, onverschillig welke overeenkomst of materiële oorzaak tot die verklaringen hebbe aanleiding gegeven,’ geene afwijkingen gevonden worden. De lezer onderzoeke en oordeele!
Vervolgens onderzoekt de Schrijver (§ 4 van de Inleiding) het stelsel van wisselcontract, zoo als het zich ontwikkeld heeft in de Nederlandsche wet. Hij toont aan, dat het stelsel van wisselcontract geheel onhoudbaar, doch ook de theorie van einert minder juist is, en geeft ten slotte eenige beginselen op, waarop een goed wisselregt zoude kunnen gevestigd worden.
Na deze Inleiding komt de Schrijver tot de wet-zelve. Bij iedere paragraaf zijn aanteekeningen gevoegd, behelzende eene vergelijking der wet met ons wetboek, de beweegredenen dier bepalingen en oplossing der regtsvragen. Gelijk de Schrijver ons systeem van wisselcontract reeds te regt als onhoudbaar, en tot de grootste zwarigheden en inconsequentiën leidende, heeft afgeschilderd, zoo geeft hij ook aan de meeste bepalingen der Duitsche wet de voorkeur boven de artikelen van ons wetboek. En ook hierin handelt hij onzes inziens juist. Het systeem toch der Duitsche wet, al moge het niet volkomen zijn, is zeer zeker verre boven het onze te schatten, en de bijzondere bepalingen als uitvloeisels van dat systeem beschouwd, zijn evenzeer beter dan de onze.
Ten slotte geeft de Schrijver, als Bijlage, den oorspronkelijken tekst der Wechsel-Ordnung. Eene naauwkeurige Inhouds-opgave, en aanduiding der in het werk aangehaalde Schrijvers en wets-artikelen maken het naslaan gemakkelijk.
En hiermede eindigen wij ons verslag. Wij gelooven, dat de Heer vissering ook door dit werk getoond heeft, dat hij de eer waardig was, om den Heer thorbecke aan Leidens Hoogeschool op te volgen. De wetenschap mag