Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1850
(1850)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGruwelen, niet van het gebied der verdichting.
| |
[pagina 275]
| |
toch de dochter huns gesneuvelden konings hunne koningin was. Maar kon de hooghartige rosamunda vergeten, dat het bloed haars vaders aan de hand van haren gemaal kleefde, en dat zijn schedel in haar eigen paleis haar smaad was? Moest zij geen afkeer voeden van eenen man, die uit overmoed en staatkunde zich hare hand als oorlogsbuit had toegeëigend en haar hart beheerschte? Rustte op haar ook niet de pligt om haren vader te wreken? De koning viert op zekeren tijd een schitterend feest. Het doorgestaan gevaar, dat wel eens den dappersten deed huiveren, wordt herdacht, des vorsten roem met gezangen verheerlijkt. De beker gaat drok rond, zoo als Germanen drinken. De driften worden opgewekt, vermetelheid en overmoed geven den toon aan. Alboin, de vergode held, zwelgt uit den schedel van kunimund. Hij vult dien anderwerf, en zijne gade zal hem ledigen. Zóó, meent hij, heeft nimmer een krijgsman over zijn vijand getriomfeerd. De koningin wordt ter feestzaal ingeleid en met gejuich begroet. De koning reikt haar den boordevollen schedelnap toe en gebiedt haar, dien op zijn welzijn te ledigen.Ga naar voetnoot(⋆) Rosamunda is als versteend van schrik en verontwaardiging over de verguizing, waaraan de dronkaard haar prijs geeft. Meteen is haar besluit genomen: het monster zal sterven; de smaad, haar aangedaan, kan slechts in bloed worden uitgewischt. Tot uitvoerder van haren bloeddorstigen aanslag kiest zij helmichild, den schilpor (schildknaap) des konings; dien zij kent als een jongeling, wiens onverschrokkenheid zijne eerzucht evenaart. Helmichild weigerde eerst in hare plannen te treden, maar zij ontzag hare eer zelfs niet om hem te winnen. De belofte van hare hand en met deze het rijk te zullen ontvangen deed hem besluiten haren wil te voldoen. Spoedig waren er handlangers gevonden, die den moord-zelven voor hunne rekening namen. Men kiest daartoe het uur, waarin alboin zijn middagslaap doet. Rosamunda verwijdert alle wapenen uit het vertrek en bindt zijn zwaard zoo vast in de schede, dat de ongelukkige volstrekt weerloos is. Nu komt helmichild met het vloekgespan binnen. Alboin wordt wakker, en hunne dolken ziende flikkeren, springt hij op, grijpt naar zijn zwaard; maar kan het niet loskrijgen. Alle andere wapenen weg ziende, grijpt hij een voetbank en verdedigt zich als een leeuw. Maar de overmagt besliste: alboin valt onder de slagen der moordenaars. | |
[pagina 276]
| |
Zulk een roemloozen dood (573) stierf de held, die zoo vele dapperen had nedergeveld. De ontaarde rosamunda huwde met helmichild, maar hem den troon te doen bestijgen lag buiten hare magt. De Lombarden beweenden alboin als een vader en leidsman, en kozen in zijne plaats kleph tot koning. Het eerste loon dat het misdadige paar inoogstte, was, naast het gemis van den troon, het verlies hunner veiligheid. Hun eenig heil lag in een overhaaste vlugt. Zij zochten eene schuilplaats bij den Griekschen Exarch longinus, die tot hunne behoudenis een schip langs de Po afzond, dat helmichild en rosamunda benevens hare dochter albeswinda en de schatten des vermoorden konings opnam en naar Ravenna overbragt. De wrekende geregtigheid deed het middel van die behoudenis en veiligheid tot hun beider straffe uitloopen. Longinus, met de geheele toedragt der zaak van nabij bekend, wist zeer goed, met welk een broze band de schoone rosamunda aan helmichild verbonden was, en wierp een begeerig oog op het koningrijk Italië en rosamundaas schatten, welk alles hij meende te zullen verwerven, door hare aanspraken met zijne wapenen te ondersteunen, indien hij hare hand mogt verwerven. Welhaast deed hij er den voorslag toe en vond, boven verwachting, een gunstig gehoor. Liefde kende zij niet voor een echtgenoot, die slechts ten prijze van een huwelijk hare wraak had gediend, en voor wien zij zich had moeten vernederen. Hare onverschilligheid werd afkeer, nu hij de magt niet had om haar te beschermen, en haat, nu een ander haar aanbood waar zij boven alles naar reikhalsde. Met den moord reeds vertrouwd en alle beginselen van deugd en pligt uit haar gemoed gewischt hebbende, nam zij-zelve op zich, den lastigen echtgenoot uit den weg te ruimen. Toen helmichild, eenige dagen later, uit het bad kwam, reikte zij hem een beker met wijn, zoo als zij dat te zijner verfrissching meermalen gewoon was. Maar helmichild heeft den beker nog niet half geledigd, of hij voelt reeds verscheurende pijnen in de ingewanden. Terstond doorgrondt hij de oorzaak, en ziet een gewissen dood voor oogen. Doch niet ongewroken wil hij sterven. Zijne trouwelooze gade schuldig houdende, dwingt hij met het zwaard in de eene hand en de nog half gevulde bokaal in de andere, het monster, dat sidderend voor hem staat en niet ontwijken kan, om het nog overig gedeelte van het doodelijke vocht in te zwelgen. Eenige uren daarna waren beide - dood. |
|