Broeder Jonathan.
‘Wel, zeî ze, en toen zeî ik, en toen zeî zij.’ - ‘Hoor!’ - Ferm!’ - ‘Neen maar begrijp-je wel? - Ja, maar vat-je wel?’ - ‘Wat blief-je?’ - ‘Dit en dat, en 't een en ander meer!’ - Wie heeft niet onder zijne goede bekenden dezen of genen, die zulk eene geliefkoosde uitdrukking, zonder dat hij 't weet, om 't andere woord gebruikt? - Wordt het eens opgemerkt, dan krijgt hij er een bijnaam van. Maar dat een geheel volk in 't zelfde geval kan komen is nog al vreemd, en toch is 't zoo; en wel met het verstandigste volk van den aardbodem.
Toen washington, als bevelhebber over de krijgsmagt der Noord-Amerikaansche opstandelingen, Massachussetts organiseren, en er maatregelen nemen zou van verdediging, was er aan alles gebrek, en welke middelen men ook beraamde om zich te voorzien, altijd deden zich onoverkomelijke zwarigheden op. Wierd men intusschen aangegrepen, dan was alles verloren. In dat hagchelijk moment was jonathan frumbull Gouverneur van Con-