dezen wensch te bevorderen, heb ik de vertaling ondernomen. Als de vorm van den inhoud daarbij iets verloren heeft en ik de lieve, zachte, roerende en overredende taal der edele Schrijfster in minder zachte uitdrukkingen heb wedergegeven, dat men mij dit vergeve en zich alleen houde aan den geest en de wenken in het geschrift vervat; dan zullen voorzeker de oogenblikken, aan de lezing besteed, even aangenaam en nuttig voorbijgaan, als de tijd, dien de vertaling heeft gekost. Maar zal er lust zijn om een werkje als het onderhavige te lezen? Hoe kan ik het tegendeel veronderstellen? Bijna in iedere stad van ons vaderland bestaat eene Vrouwenvereeniging en alzoo eene algemeene belangstelling in het lot der armen, en de dames, leden van al die vereenigingen, zouden geen belang stellen in een geschrift, dat alleen over armenverzorging door vrouwen handelt? Neen, liever, dan iets dergelijks te gelooven, volg ik de inspraak van mijn hart en beoordeel het gevoel van haar, die de zaak der armen op zich namen, naar dat van mij zelve, en dan meen ik zeker te kunnen wezen, dat iedere vrouw onder het werk der armenverzorging, evenzeer behoefte zal hebben aan leiding en opwekking voor zich zelve, als aan stoffelijke bijdragen voor hare armen. Daarom durf ik ook hopen, dat deze vertaling van het werk eener vrouw, die de roem is van haar geslacht, door velen met belangstelling zal worden ontvangen en gelezen. Ik zeg van eene vrouw, die de roem is van haar geslacht, en wel in den edelsten zin des woords. Bij welke vrouw toch, van vroegeren of tegenwoordigen tijd, vindt men zoo veel ware vrouwelijke zachtheid, zulk eenen echt Christelijken zin der liefde, zulke reine gevoelens, vereenigd met zoo veel mannelijk verstand en zulk eene edelaardige werkzaamheid als bij amalia sieveking? Dat alzoo de lezing van hetgeen zij elders sprak, schreef en verrigtte, velen opwekke tot en leide onder het werk der liefde, en daardoor ook nut stichte in ons Vaderland,
is de hartelijke wensch van de Vertaalster.’
Voor hem, die dit gelezen heeft - ik zeg hem, zonder de vrouwen buiten te sluiten, gelijk de Vertaalster de mannen schijnt te doen - maar voor wie dit gelezen heeft, en eenigen Christelijk-, of ook slechts verstandig menschlievenden zin heeft, is er geen verdere aanbeveling noodig; trouwens, de naam van amalia sieveking strekt ter genoegzame aanbeveling. Maar men leert er ook uit kennen de edele denkwijze en tevens den vloeijenden stijl der begaafde Vertaalster, die met deze uitgave nog op andere wijze en in wijder kring poogt nut