Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1850

Theod. Joh^s. Kerkhoven. Iets over Amsterdam, in 1850. (Uitgegeven ten voordeele der algemeene Armen.) Te Amsterdam, bij M. Schooneveld en Zoon. 1850. In gr. 8vo. IV en 68 bl. f :-70.

De Schrijver heeft zijn naam zediglijk niet op het titelblad, maar onder een Opdragts-vers aan den Raad en onder een Besluit-vers geplaatst. Er zijn van hem meerdere met politische beschouwingen in verband staande geschriften. Hier is verzameld en herzien, wat hij van tijd tot tijd over Amsterdam of Amsterdamsche inrigtingen geschreven heeft. De behandelde onderwerpen zijn, na eene beknopte Inleiding (bl. 1-4), 1^o. het Armwezen (bl. 5-14), 2^o. de Schouwburg (bl. 15-21), 3^o. het Stads-Oktrooi (bl. 22-30), 4^o. de Handel en Zeevaart (bl. 31-38), 5^o. de Kermis (bl. 39-42), 6^o. de verbeteringen en verfraaijingen, die hier reeds zijn en nog kunnen worden tot stand gebragt (bl. 43-53), 7^o. Algemeene beschouwingen, waarmede het werkje besloten wordt (bl. 54-66).

Ofschoon alle onderwerpen niet met gelijke volledigheid behandeld worden, behelst het boekje toch vele nuttige wenken, waarvan, des noods met eenige wijziging in de uitvoering, partij te trekken is. Dit geldt bijzonder des Schrijvers denkbeelden omtrent het Armwezen, de Stedelijke belastingen, den Handel, de aan te brengen verbeteringen, enz. Wij raden daarom velen aan, zich dit boekje aan te schaffen, niet slechts om het liefdadige doel der uitgave, maar vooral ook om den zaakrijken inhoud. Aan het slot draagt de Schrijver een denkbeeld voor, hetwelk misschien wel tot verwezenlijking te brengen is en van gunstigen invloed zou kunnen zijn op de toekomst van Amsterdam: het oprigten

[p. 679]

namelijk eener vereeniging, alleen met het doel, den rang en de welvaart van Amsterdam zoo veel mogelijk te helpen handhaven en uitbreiden, niet alleen door de uitgave van daartoe strekkende vertoogen, maar voornamelijk door het aanwenden van haren invloed, zoowel op de Stads Regering als op de burgerij.

Wij zouden het zeer wenschelijk achten, dat eenige invloedrijke mannen, die het oude niet behouden willen omdat het oud is, en het nieuwe niet tegenstreven omdat het nieuw is, zulk eene vereeniging tot stand zochten te brengen. Bij de ontwikkeling van den openbaren geest in de aanstaande vernieuwing van den Stedelijken Raad zou zulk eene vereeniging veel goeds tot stand kunnen brengen!