kunde alleen aan wetenschappelijke vee-artsen zou worden opgedragen; doch eene beschikking van den voorlaatsten Minister, genomen op eene Memorie door eenige vee-artsen ingediend, stelde die hoop te leur. Daarbij toch bleef de vrijheid in werking, om de vee-artsenijkunde met een patent uit te oefenen, onder voorgeven, dat niet op alle plaatsen, in alle landbouwende gemeenten onzes vaderlands, door geëxamineerde vee-artsen in de behoefte worde voorzien, en ook de landman-zelf bij voorkeur onwetenschappelijke, alleen gepatenteerde veeartsen voor zijn ziek vee gewoon is te raadplegen. Zoo is het verschijnsel niet zeldzaam, dat een
mislukte herbergier, een onnoozele hoefsmid, van zulk een patent voorzien, boven den wetenschappelijken vee-arts in steden en dorpen voor het behandelen van ziek vee den voorrang heeft. Te regt wijst de Heer hekmeijer als tegenhanger op het voorbeeld van België, alwaar de studie der vee-artsenijkunde niet alleen aangemoedigd, maar, bij eene goede wet, hare uitoefening aan bekwame, door strenge examina beproefde mannen veroorloofd wordt. Het kwaad van het misbruik hier te lande is, naar de meening van Rec., niet enkel gelegen in het geldelijk nadeel, dat de landbouwer hierdoor jaarlijks lijdt, zoo als de Heer hekmeijer meent, omdat menig ziek vee, veelal voor herstelling vatbaar, aan eene verkeerde behandeling nu wordt opgeofferd. Maar er bestaat nog eene andere drangreden, door den Heer hekmeijer minder genoemd, die het wenschelijk maakt, dat eerlang, bij de verbeterde geneeskundige staatsregeling, welke men van den tegenwoordigen Minister van Binnenlandsche Zaken weldra mag verbeiden, de vrijheid, om krachtens een gewoon patent de vee-artsenijkunde uit te oefenen, worde ingetrokken. Het is de zorg voor de gezondheid der burgeren, het is de bevordering der wetenschap, welke de regering behoort ter harte te nemen. Zoo kunnen, om voor het eerste punt een voorbeeld bij te brengen, heerschende Epizootiën, besmettelijke ziekten van het vee: het miltvuur, den kwaden droes enz., bij het ver-