dat des geloofs, en de kleur, die zijn geschrift draagt, is die der gematigde Groninger school.
Wil men, na deze lofspraak, eene en andere aanmerking, waartoe de stof in overvloed voorhanden is? Wij zouden hier gaarne iets hebben aangetroffen over den Bijbel, welks leiddraad zoo veel mogelijk gevolgd wordt, en de Bijbelboeken, en wenschten wel, dat aan de voordragt der Christelijke geloofs- en zedeleer, in navolging van egeling, eene derde Afdeeling ware ingeruimd, waardoor het boeksken in bruikbaarheid zou gewonnen hebben. Ook komt het ons voor, dat van de 25 lessen geene 15 hadden moeten bestemd zijn voor hetgeen aan het Nieuwe Verbond voorafgaat, terwijl al het overige, dat hoofdzaak is, in 10 lessen is zaamgedrongen. Daarvan is dan ook het gevolg, dat laatstgenoemde lessen ongelijk grooter van omvang en rijker van inhoud zijn dan de vroegere. Dit geldt vooral van de 17de en 21ste les en van de drie laatste lessen, die onmogelijk binnen hetzelfde tijdsbestek, als de eerste, kunnen afgehandeld worden. Voorts betreuren wij het, dat sommige antwoorden te uitgebreid en te ingewikkeld zijn, om memoriter te worden opgezegd, en dat verreweg de meeste geen volledigen zin bevatten: een hinderlijk gebrek, aan vele soortgelijke boekjes eigen. Soms stuitten wij op min voegzame uitdrukkingen, als: type, toefplaats enz. En wat sommige bijzonderheden, die hier voorkomen, betreft; wij begrijpen b.v. de zonderlinge onbeantwoorde vraag niet: Waarom noemt jezus de vorming tot zijne discipelen eene indompeling in het wezen des Vaders, des Zoons en des H. Geestes? waarbij naar matth. xxviii: 19, vergel. Rom. vi: 3, verwezen wordt, en kennen evenmin de exegetische resultaten, die regt geven, om van de wet der tien geboden te zeggen, dat de eerste tafel de vijf geboden jegens God bevat, de tweede tafel de vijf geboden jegens onze
naasten, en dat elk der geboden der tweede tafel beantwoordt aan het daar tegenover geplaatst gebod der eerste, waarbij eene alzoo ingerigte opgave der tien geboden gevoegd is. Hoe dit echter ook zij, wij nemen