niet letterlijk moet opgevat worden. Hieruit kan moejelijk eene godsdienstige vereering ontstaan, die juist het tegendeel veronderstelt. Dergelijke persoonsverbeeldingen, gelijk ook die van deugden en ondeugden, hartstogten enz. meen ik veeleer daaruit te moeten verklaren, dat de oudheid overal de werking van goddelijke krachten vermoedde, doch het monotheïsmus niet kennende, iedere kracht onder eenen afzonderlijken beschermgeest stelde.
Blz. 122. die in oorlogstijd. Ik houd de gissing voor waarschijnlijk, dat er twee goden van den naam janus moeten onderscheiden worden, een janus quirinus = mars, en een andere, die met saturnus in de gouden eeuw geregeerd had. Zie virg. Aen. I. 293, 294.
Blz. 128. Bellona kan niet onder de later bekend gewordene goden gerekend worden. Zie liv. VIII. 9. X. 19.
Blz. 129. § 127. De schandelijke vrucht der laaghartigste vleijerij. Om evenwel het vergoden dier keizers te kunnen begrijpen, moet in het oog gehouden worden, dat, volgens een Etrurisch bijgeloof, door bepaalde plegtigheden, zielen van gestorvene menschen tot godheden (dii animales) konden verheven worden. Zie k.o. muller's kleine Deutsche Schriften, blz. 175.
Blz. 175. Zeer waarschijnlijk komt ons de meening voor. Deze meening is eene allegorische uitlegging van latere tijden. Wij houden de Sirenen even als de Lorelei voor eene mythe, door de bijgeloovigheid der schippers ontstaan, die de menigte schipbreuken op bepaalde plaatsen aan bovennatuurlijke wezens toeschreven.
Blz. 155. § 145. Cecrops een Egyptisch volkplanter. Dat cecrops een Egyptenaar was, wordt tegenwoordig door velen betwijfeld.
Blz. 159. Taurus, den koninglijken bevelhebber der legermagt. Dit is eene allegorische explicatie, die zich moeijelijk met de gedaante van den Minotaurus laat rijmen.
Blz. 166. Epigonen. Hier zijn twee helden van groot belang vergeten, namelijk diomedes en sthenelus. Zie il. IV, 405 sqq.
Eindelijk hebben wij nog een paar drukfouten opgemerkt.
Blz. 26, § 21, |
staat: Derarum, |
lees: Dearum. |
Blz. 37 (2) |
staat: een oudig, |
lees: eenvoudig. |
Blz. 157 |
staat: jongste, |
lees: jonge. |
Al deze aanmerkingen hebben betrekking op bijzonderheden. Over het geheel beschouwen wij, gelijk gezegd is, dit boekje als een der beste compendia van mythologie, die in onze taal gevonden worden.
d. burger, jr.