haaxman, om in die behoefte bij zijne vaderlandsche kunstbroeders te voorzien. Het verheugt ons, met de aankondiging van dezen Eersten Jaargang te mogen ontwaren, dat de Redacteur, bij hetgeen hij-zelf oorspronkelijk leverde of van buitenlandsche schei- en artsenijbereidkundigen ontleende, reeds aanvankelijk bij velen medewerking in zijne onderneming heeft gevonden. In dezen Eersten Jaargang toch leverden onder anderen meerder of minder belangrijke bijdragen de Heeren van der vliet, kloete nortier, van heyningen, kipp, kop, vrijdag zijnen, koolemans beynen, enz. Onder de belangrijke mededeelingen van den Heer haaxman-zelven rekenen wij de aanwijzing der ‘opzettelijke vervalschingen van scheikundige geneesmiddelen en droogerijen, en verwisselingen van geneeskrachtige plantendeelen met anderen, uit bedrog of onkunde.’ Deze en dergelijke onderwerpen zijn, om het practische nut, hoogst belangrijk, en zullen het Tijdschrift in waarde doen klimmen, hoe meer andere Nederlandsche artsenijbereiders door degelijke mededeelingen tot de instandhouding er van bijdragen. In ons beperkt Land kan toch zulk een Tijdschrift genoegzamen aftrek alleen dàn vinden, wanneer onder de meer wetenschappelijke en bekwame mannen van het vak de naijver wordt levendig gehouden, om de vruchten hunner studie en waarneming hier, als het eigendom van allen, neder te leggen. De verdienstelijke Redacteur, die de verschillende onderwerpen zeker weldra onder bepaalde rubrieken zal rangschikken, vinde in die meer algemeene medewerking aanmoediging, om tot uitbreiding zijner wetenschap, voor kunstgenoot en menschheid, werkzaam te blijven.