| |
| |
| |
Boekbeschouwing.
Proeve eener herziening der meest gebruikelijke Formulieren der Nederlandsche Hervormde Kerk. Te Groningen, bij A.L. Scholtens. 1850. In gr. 8vo. XVI en 211 bl. f 2-20.
Weinige maanden na het Formulierboek voor de Eeredienst der Hervormden, te Schoonhoven uitgegeven, en óók door ons aangekondigd (Vaderl. Letteroef. 1849, Boekbesch. bl. 607-609), is deze Proeve van herziening der Formulieren te Groningen in het licht verschenen. Bij onderlinge vergelijking echter blijkt het, dat er groot verschil bestaat tusschen de beide geschriften. Achtten wij de uitgave van zulk een Formulierboek, waarin alleen de verouderde spelling verbeterd is, en de méést gewone en noodzakelijkste veranderingen zijn opgenomen, tamelijk overbodig, deze Proeve van herziening, blijkbaar van eene zeer bekwame hand afkomstig, trekt in hooge mate onze aandacht tot zich. Zij is aangelegd op de ruimste schaal, laat niets staan van 't geen in strijd geacht wordt met den regel des Evangelies, stelt voor het verouderde leerbegrip onbeschroomd de betere opvatting in de plaats, en gaat zóó, wijzigende, verbeterende, aanvullende, voort tot het einde toe. Wij hebben eerbied voor den vrijen, vasten, Christelijken geest, waarmede dit werk der herziening geschied is, al moeten wij ook erkennen, even weinig gereed te zijn, om déze herziene Formulieren, als om de oorspronkelijke, zoo als zij dáár liggen, met onze handteekening te bekrachtigen.
Het zijn zoowel de liturgische schriften, als de formulieren van eenigheid, bij de Hervormden in gebruik, die hier aan eene gestrenge herziening onderworpen worden. Wordt er op den titel van de meest gebruikelijke gesproken, dit geschiedt, omdat, behalve de Dordsche leerregels, ook de Christelijke gebeden en de beide for- | |
| |
mulieren des bans en der wederopneming achterwege gelaten zijn.
Allereerst vindt men hier den Heidelbergschen Catechismus, verduidelijkt, verbeterd en aangevuld naar het Evangelie. Zóó weinig ziet de Schrijver op dit leerboek uit de hoogte neder, dat hij veeleer meent, dat er geen reiner, practicaler, Evangelischer overblijfsel is bewaard gebleven. De volgörde der Zondagsäfdeelingen is hier dan ook, even als de geest en de strekking van het leerboek, zoo veel mogelijk behouden. Alleen zijn sommige antwoorden, die te lang waren, in twee of drie zinsneden gesplitst; alle uitdrukkingen, die niet Evangelisch schenen, verwijderd: en terwijl de voorstelling der waarheid soms geheel vernieuwd moest worden, is er ook wel eens bijgevoegd, wat er scheen te ontbreken. Over het algemeen vindt men hier meer terug, dan menigeen verwacht zal hebben, maar hier en daar zijn toch de veranderingen vrij radicaal. Van kleinere verbeteringen zwijgen wij; zij zijn doorgaans met groote naauwkeurigheid en juistheid aangebragt, en wilden wij alle de radicale veranderingen melden, die onze aandacht trokken, waar vonden wij het einde? Wij zouden dan o.a. moeten wijzen op Zond. 4, 5, 6, 7, 8, 13, 16, 20, 22, 25-31, enz. Wil men eene en andere proeve? Wij lezen hier, Zond. 5, dat wij, om geheel van de zonde bevrijd te worden, eenen zoodanigen verlosser noodig hebben, als God ons in zijnen Zoon gegeven heeft, een waarachtig en wijs, een regtvaardig en heilig mensch; die, vol Goddelijke liefde, uit den hemel tot ons is nedergedaald, om ons op den weg der heiligheid en der zaligheid voor te gaan, te leiden, te helpen en eeuwig te bewaren. Op de vraag: waarom spreekt gij van Vader, Zoon en Heiligen Geest? wordt, Zond. 8, dit antwoord gegeven: Dewijl de eenige,
waarachtige God, de Onzienlijke, die zich openbaart in al zijne werken, zich op het volkomenste en als Vader aan ons heeft geopenbaard in zijnen Zoon, zijn zigtbaar evenbeeld, en dit heeft gedaan, opdat zijn eigen Heilige Geest ook ons zoude bezielen. Van het sterven van jezus wordt, Zond. 16, gezegd, dat het voor alle
| |
| |
eeuwen de duidelijkste openbaring blijft, vooreerst der zonde, waardoor zij ons tot zulk een afschuwelijk kwaad wordt, dat wij er van verlangen verlost te worden; vervolgens der deugd, welke zich in jezus zoo beminnelijk toont, dat wij haar, zelfs ook ten koste van voorspoed en leven, voor ons zoeken te verkrijgen; en eindelijk der liefde, welke wij in God en ook in Gods Zoon zoo heerlijk aanschouwen, dat wij ons met volkomen vertrouwen aan hen overgeven en hen weder liefhebben. Van den Heiligen Geest lezen wij, Zond. 20, dat hij is de kracht en mogendheid Gods, door den Vader aan den Zoon gegeven, opdat deze geheel het menschdom daarmede vervulle en tot gelijkvormigheid aan God opleide; van het geloof aan de opstanding der dooden, reeds vroeg min juist de wederopstanding des vleesches genoemd, Zond. 22, dat het mij verzekert, dat er niet alleen dadelijk na het sterven een volgend leven is van den geheelen persoon des menschen, maar dat ik ook hiernamaals dezelfde zal zijn, die ik hier was (eene minstens zeer onjuiste uitdrukking!), en mijne vrienden en alle heiligen eens zal vinden, als dezelfden, die zij hier waren. Dit zij tot eene proeve genoegzaam! Het liet zich voorts verwachten, dat de leer der Sacramenten eene geheele omwerking zou ondergaan, dat de leervorm van de sleutelen des hemelrijks, hier kerkelijke tucht geheeten, zou wegvallen, en dat ook de wet der tien geboden; als leiddraad, bij de voorstelling der Christelijke zedeleer geheel verdwijnen
zou. Wat daarvoor in de plaats gesteld is, wil ons echter niet regt bevallen. De Schrijver heeft zich hier, onzes inziens, te streng gebonden aan den inhoud der Afdeelingen, en handelt, in Zond. 34, over de kennis van Gods wil; Zond. 35, over de dienst van den eenigen God; Zond. 36, over het spreken over God; Zond. 37, over den eed; Zond. 38, over de godsdienstoefeningen; Zond. 39, over de liefde jegens hen, die God over ons gesteld heeft; Zond. 40, over de liefde jegens alle menschen; Zond. 41, over de kuischheid; Zond. 42, over de eerlijkheid; Zond. 43, over de waarheid (beter: waarheidsliefde); Zond. 44, over de betrachting van Gods wil. Het valt in het oog, dat deze
| |
| |
verdeeling der stof, laat men eenmaal de tien geboden varen, hoogst gebrekkig is en noodwendig herziening behoeft. Wat eindelijk de leer des gebeds betreft; het zal niemand verwonderen, dat deze bijkans onveranderd dezelfde gebleven is, ingerigt naar het gebruikelijke Onze Vader. Vraagt men nu ons oordeel over een en ander? - Wij behoeven naauwelijks te doen opmerken, dat hier doorgaans de gevoelens der zoogenoemde Groninger school gevonden worden, die bij verre na de heerschenden niet zijn in onze tegenwoordige Hervormde Kerk. Naar het verschillend standpunt van den beoordeelaar zal dus het oordeel minder of méér gunstig uitvallen. Dit neemt niet weg, dat hier véél voorkomt, waaraan wij onze onbepaalde goedkeuring schenken, en dat wij het gebruik van dezen herzienen Catechismus, bij het opstellen der leerredenen over dit leerboek, vooral aan onze jongere ambtsbroeders durven aanbevelen, niet opdat zij het slaafs volgen, maar opdat zij er onbevooroordeeld winst mede doen voor de gemeente; aannemende wat hun, na ernstig onderzoek, Evangelisch en schriftmatig voorkomt en het overige verwerpende. Wij voor ons zouden meenen, in de opvatting van den persoon des Zaligmakers, van het oogmerk van zijnen dood aan het kruis en in andere, daaraan verwante bijzonderheden van de hier voorgestelde leer te moeten verschillen.
Men vindt hier, verder, eene reeks van Belijdenissen, inhoudende de hoofdsom der leer van de Christelijke kerk, en daaronder eerst joh. xvii:3, xxi:16, Hand. viii:37, 1 Cor. xv:1-4, tit. ii:11-14, voorts die van ireneus en tertullianus, en eindelijk de eerste belijdenis van de Nederlandsche Hervormde Kerk, zamengetrokken uit de Belijdenis van 1551, aangenomen door de Nederlandsche gevlugte gemeente te Londen (medegedeeld door Prof. vinke in heringaas Kerk. raadgever, IVde D, 2de St.), en de tweede belijdenis, getrokken uit die van 1562 en eerst aangenomen door de Synode te Antwerpen in 1566. Deze beide laatste worden echter niet in haar geheel wedergegeven, maar met vele uitlatingen en groote bekorting. Vreemd is het, dat de bekwame Schrijver zich
| |
| |
hiermede vergenoegt. Het komt ons voor, dat hij hier, even als bij den Catechismus, het werk der herziening had moeten ter hand nemen, en verduidelijken, verbeteren, aanvullen, zoo als het hem naar zijne zienswijze goeddacht. Met hetgeen hij thans verrigt heeft, zijn wij, wèl beschouwd, weinig gevorderd. En of hij er nu al twee belijdenissen van later dagteekening heeft bijgevoegd, de eene opgemaakt uit de vragen vóór de voorbereiding, zoo als die in 1817 door de Synode zijn vastgesteld, de andere ontleend aan den herderlijken Brief der Predikanten te Amsterdam, uitgegeven in 1836, dit baat evenmin als de beide verklaringen over de waarde der formulieren van eenigheid, gegeven door de Synode te Dordrecht in 1618 en 1619, en door die te 's Gravenhage in 1841. Zij zijn hier niet op hare plaats. Eene proeve van herziening der formulieren, bij de Nederlandsche Hervormde kerk in gebruik, had, behalve den herzienen Catechismus, de gewone geloofsbelijdenis, herzien en verbeterd, moeten aanbieden aan de gemeente. Al het overige kon, als toevoegsel, zijne plaats behouden; maar nu het voor zulk eene herziene belijdenis in de plaats getreden is, oordeelen wij de proeve te dezen opzigte onvolledig, en de Schrijver te zijn afgeweken van zijn eigenlijk plan.
Eindelijk vinden wij nog de liturgische schriften, of, gelijk zij hier genoemd worden, de formulieren voor de eeredienst, op nieuw geredigeerd en verbeterd. Wij mogen niet ontveinzen, dat zij ons over het algemeen uitstekend bevallen zijn, ook omdat zij van de gebruikelijke het bruikbare behouden hebben, terwijl is aangevuld, wat daaraan scheen te ontbreken. Opmerking verdient het nieuwe formulier voor de openbare bevestiging der lidmaten, waarbij de bekende vragen ten grondslag liggen, maar overgegoten in een meer liturgischen vorm. De Redactie van het Avondmaalsformulier behaagt ons minder, omdat de drie stukken der zelfbeproeving, die toch reeds geschied moet zijn, als de gemeente ten Avondmaal vergaderd is, bijkans onveranderd zijn behouden. Zoo lezen wij ook nog van het bloedige zweet in den hof Gethsémané, en vinden de mystische spelingen terug: dat
| |
| |
hij gebonden is, opdat hij ons ontbinden zou enz., die met een enkel heroep op Col. ii:14 niet zijn goed te maken. Bij het huwelijksformulier is grootendeels het zoogenaamde Groningsche gevolgd. En dan worden nog ten slotte eenige kleine verbeteringen opgegeven, welke in de Psalmen en Evangelische Gezangen, onder het voorlezen van den predikstoel kunnen aangebragt worden. Er zijn sommige onder, die wij minder gelukkig achten, en zij zouden nog met eenige kunnen vermeerderd worden, h.v. Ps. cxxxiv:3, reg. 2, in Christus, voor: uit Sion.
Wij staan hiermede aan het einde van ons verslag. Vraagt iemand: of wij eene officiëele herziening der formulieren, waartoe deze proeve den weg bereidt, wenschelijk achten, dan meenen wij, tweeledig te moeten antwoorden. Nieuwe formulieren van eenigheid begeeren wij niet. De ondervinding heeft geleerd, dat zij allengs verouderen en onbruikbaar worden. En doorgaans hebben zij meer twist en tweedragt gesticht, dan eenheid bevorderd in de gemeente. Men behoude de reeds bestaande als geschiedkundige gedenkstukken van de grondslagen onzer Hervormde kerk, en binde daaraan niemands geloof! Het Evangelie moet onze éénige regelmaat zijn.
Maar wat de liturgische geschriften aangaat, wij ontkennen niet, dat deze eene zorgvuldige herziening behoeven, en zullen ons verblijden, wanneer daartoe door de Synode kan worden overgegaan. Het regte tijdstip daartoe is echter nog niet gekomen. Die herziening zou moeten dienen, om een einde te maken aan de verwarring van onze dagen in het openbaar gebruik dier geschriften. Thans echter zou zij, vreezen wij, die verwarring nog slechts vermeerderen. Maar te eeniger tijd toch zal zij, zoo wij hopen, kunnen plaats hebben, en dan komt welligt deze Proeve nog te stade.
Overigens willen wij niet onbescheiden gissen naar den naam van den Schrijver, die verzwegen is, ofschoon het welligt niet moeijelijk zijn zou, om dien uit te vinden. Soms was het ons, alsof die naam tusschen de regels voor ons oog duidelijk te lezen stond. |
|