delt over de letters en derzelver uitspraak; maar heeft de Schrijver zich steeds gehouden aan: lingua Romana in bocca Toscana? - Pag. 10 hindert ons het ongebruikelijke woord zelfklinker voor klinker. Het derde Hoofdstuk, pag. 13-16, bevat enkele opmerkingen over de voorzetsels da en di; wij gelooven, dat de plaats voor de behandeling slecht gekozen is, en alleen kan verontschuldigd worden door de bedenking, dat de kennis van deze voorzetsels bijdraagt tot het goed begrip der declinaties. Pag. 30 vinden wij melding gemaakt van het Grieksch; zoo ook pag. 13 en 104 van het Latijn: dit vinden wij op zijn minst overbodig, daar dit niets ter zake doet; had men van het Grieksch en Latijn willen gebruik maken, dan zou deze Spraakkunst er zeker veel bij gewonnen hebben. In het achtste Hoofdstuk, pag. 34-43, over de bijvoegelijke naamwoorden, is vergeten op te geven hoe deze soort van woorden verbogen wordt. Het negende Hoofdstuk, pag. 43-46, over de telwoorden, had men gevoegelijk kunnen vereenigen met het voorafgaande Hoofdstuk, daar de telwoorden toch niet anders zijn dan bijvoegelijke naamwoorden. Bij het vijftiende Hoofdstuk, pag. 70, gaat de Schrijver over tot de werkwoorden, zonder eenige voorafgaande opmerkingen, die hier gepast zouden zijn geweest. In het negentiende Hoofdstuk, pag. 122-144, handelende over de onregelmatige werkwoorden, was misschien door eene naauwkeurige
classificatie der. uitgangen eenige regelmatigheid te brengen. Meer logisch ware het geweest het een- en twee-en-twintigste Hoofdstuk, pag. 146-153, tot één Hoofdstuk te vereenigen, over de onveranderlijke woorden. Het vijf-en-twintigste Hoofdstuk handelt over de woordschikking of syntaxis; doch hier heeft de Schrijver hetgeen men de syntaxis ornata noemt, met de eigenlijke syntaxis verward. De woordschikking of liever de woordvoeging (syntaxis) is door de geheele Spraakkunst verspreid en dus minder op hare plaats. Daartoe behooren bladz. 13-16, 21, 23, 24, 35, 40, 49-69, 105-108, 144 enz.
Ten slotte herhalen wij ons oordeel over deze Spraakkunst, die we zeer nuttig en doelmatig achten, en hun die genegen zijn het Italiaansch te leeren, aanbevelen. Wij wenschen den Schrijver belooning in een ruim debiet en ook tijd en opgewektheid, om voort te gaan, opdat de aanvangers in het Italiaansch spoedig de beloofde lees- en vertaaloefening mogen ontvangen.
k.