het thans, nu er reeds eenige maanden vervlogen zijn, eenigermate verouderd. Dit neemt echter niet weg, dat het onderwerp, daarin behandeld, van duurzame belangrijkheid is, en de inhoud ook thans nog wel door allen mag worden ter harte genomen. Zulken, die van het krankbed opgerigt of van ziekten verschoond gebleven zijn, moeten - dit is het beloop van het geschrift - bedenken, hoe grooten dank zij daarvoor aan God verschuldigd zijn, hoe ligt het is de gezondheid te verliezen en hoe moeijelijk daarentegen haar terug te krijgen, hoe onbeduidend in ziekte veelal de goederen der aarde zijn, hoe dierbaar integendeel de bewijzen van deelnemende liefde, en hoe noodig het is, te doen wat de hand vindt om te doen, en vooral zich tijdig te bereiden voor de eeuwigheid. Deze bijzonderheden worden hier zeer geleidelijk, soms breedsprakig genoeg, ontwikkeld en ernstig aangedrongen. Men kent den trant van den Eerw. radijs, die zich hier in zijne deugden en gebreken niet verloochent. Wij zouden wenschen, dat hier en daar iets meer piquants, meer individuëels voorkwam, en dat het Christelijke scherper te voorschijn trad, vooral aan het einde der toespraak. Desniettemin verblijden wij ons in de uitgave en in de verspreiding van dit nuttig geschrift. Een getal van niet minder dan 4000 inteekenaren heeft daardoor een penningske aangebragt tot leniging van de ellende der noodlijdenden te Zandvoort, ten gevolge der heerschende ziekte. En wanneer zij de bladzijden, die zij daarvoor in ruil ontvingen, met een geopend en heilbegeerig gemoed gelezen hebben, dan twijfelen wij niet, of dat penningske heeft hun meer dan dubbele rente opgeleverd.