bragt. De Brighten-Leonora is eene soort van parodie van bürgers meesterstukje, en dat is ook de Amstel-Leonore gebleven. Ernst en scherts, het grootsche en 't grappige staan hier, als oog in oog, in oppositie; de lezer dwaalt telkens onwillekeurig van de eene naar de andere bladzijde, maakt vergelijkingen, zijne gedachten worden levendig, en eer hij 't vermoedt is hij een uur aangenaam bezig met een boekje, dat gemakkelijk in een kwartier is uit te lezen. Een paar platen, een fraaije titel, en de verdere allezins nette uitvoering dragen mede tot zijn genoegen bij. - Wat òns betreft, wij zijn geene vrienden van parodiën; als wier gekheden zich ligt in 't geheugen prenten, en dan 't genot der schoonheden van 't geridiculiseerde stuk voor immer bederven; maar over deze denken wij toch iets gunstiger. Toen bürger zijne Leonore schreef, schijnt hij een vóórbegrip te hebben gehad van de snelheid in verplaatsing, die, later, met behulp van den stoom, zou worden bereikt, en dit kan niet beter blijken dan uit zulk eene Spoor-Romance, couplet voor couplet tegenover zijne Spook-Romance. Dat verzoent er ons mede. Bürger was in zijne verzen schilder bij uitnemendheid, en hij laat hier fyndale achter zich; zoo wel in stoutheid van greep als in effect; maar de parodie is toch óók hier en
daar regt schilderachtig; vooral zijn de klanknabootsing en beschrijving van de dolheid der vaart zeer aardig, en levendig uitgevallen. Men hoore, en denke er bij aan den ruk, en 't gefluit, en de doffe ademtogen van de stoomkar bij 't vertrek:
De schok dreunt door 't lijf, en de fluit trilt in 't oor,
Poef-poefe-poef-poef gaat het pijlsnel er door,
Het vuur spat zijn vonken - heel akelig is'tl -
Om de ooren van stoker en treinmachinist.
Hoe vliegen ze regts en hoe vliegen ze links
Den mijlsteen en seinpaal en 't wachthuis voorbij;
Zij schijnen wel oogen van spoken en sphinx -
De dansende lichten op zij.