Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1849
(1849)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 705]
| |
Mengelwerk.Over de luchtvaartkunde.(Naar het Engelsch van den luchtreiziger monck mason esq.Ga naar voetnoot(*)) Van de eerste ontdekking af der eigenschappen en krachten van den luchtbol, tot de jongste jaren - reeds een tijdverloop van meer dan eene halve eeuw - bleven velerlei, zoo 't scheen onoverkomelijke, beletselen den voortgang der kunst stremmen, en de pogingen verlammen van allen, die haar aan de leiding van den menschelijken wil onderworpen en tot maatschappelijk nut aanwendbaar wilden maken. De voornaamste van deze beletselen bestonden in de ongewisheid en de kosten van de bewerking der uitzetting door middel van waterstofgaz, de van de kunstbeoefening onafscheidelijk geachte gevaren, de tot nog toe ondervondene teleurstelling van alle pogingen om aan de niet te besturen massa eene rigting te geven, en de door alle vroegere luchtvaarders ervaren onmogelijkheid van eenen genoegzamen tijd in de lucht te verwijlen, om met zekerheid een genoegzamen afstand te bereiken. Tot wegneming van die beletselen, en om het luchtvaartuig tot eene meer gewisse uitkomst te brengen, was het onmisbaar vereischte eene uitgebreide mate van werkdadige ervaring, gepaard met een vernuft, bekwaam om daarvan naar eisch partij te trekken, en het zoude mijnerzijds onbillijk gehandeld zijn, bleve ik in gebreke te verklaren, dat | |
[pagina 706]
| |
het de vereeniging van die beide hoedanigheden in den Heer charles green is, waaraan wij de algeheelheid der uitkomsten te danken hebben van alles, wat nuttig is in de praktijk, of nieuw in de theorie, van deze allerverrukkelijkste en allerverhevenste van alle ondermaansche verlustigingen. Het was aan hem, en aan zijne ontdekking van de geschiktheid van het steenkolengaz tot het doel der uitzetting, dat wij de wegruiming verschuldigd zijn van dat eerste der opgenoemde practicale beletselen, hetwelk tot dus verre met looden hand de pogingen der meest onvermoeiden en meest ervarenen had ter neder gedrukt, en, waarlijk, scheen raadzaam te maken van de ontkiemende wetenschap bij haren eersten aanleg af te zien. Tot den tijd van deze ontdekking toe, was de uitzettingspraktijk zoodanig, dat de kostbaarheid alleen geëvenaard werd door de feilbaarheid er van. Twee, en somwijlen drie, dagen van angstvallige zorg werden besteed tot de ijdele pogingen, om eene genoegzame hoeveelheid waterstofgaz te verkrijgen ter vulling van den luchtbol, uit welken het, ten gevolge van deszelfs eigenaardige verwantschappen, schier even spoedig als het werd voortgebragt bleef ontsnappen, terwijl gedurende al dien tijd de verschillende toevalligheden van wind en weder, de onvermijdelijke onvolkomenheden van een grooten en omslagtigen toestel, en bovenal de tot die bewerking vereischte overgroote kosten moesten ondergaan en geleden worden, met het eenige oogmerk en het eenig doel van den bol ettelijke uren hulpeloos in de lucht te doen hangen. Onder zulke hindernissen was alle uitzigt van vordering in de kunst spoedig verdwenen, en het was alleen door des Heeren greens te regter tijd bedachte vinding, dat de kunst voor een ontijdig afsterven bewaard bleef. De luchtvaartkunde was in slaap gezonken, toen zij, door deze ontdekking opgewekt, tot verdubbelde werkzaamheid ontwaakte, en, in de handen van deskundigen, datgene tot een voordeelgevend beroep deed worden, wat te voren altijd slechts eene zaak van twijfel, getob, en deernis was geweest. | |
[pagina 707]
| |
Door het aanwenden der middelen, welke de luchtvaarder ten gevolge van die ontdekking in zijn bereik heeft, is de moeijelijke arbeid van twee en drie dagen het werk geworden van zoo vele uren, en is datgene, wat voormaals niet te volbrengen was, dan met eene uitgave van twee of drie honderd ponden sterling, thans verkrijgbaar tot allergeringste, niet noemenswaardige, kosten; - ten ware bij bijzondere omstandigheden, wanneer er soms geene keuze mogt zijn, en eene enkele onredelijke handelsvereeniging van de uitsluitende gelegenheid tot het leveren der brandstof een onmedoogend misbruik mogt maken. Ten bewijze daarvan zal het genoeg zijn aan te halen, dat, van meer dan twee honderd opstijgingen, tot dus verre door den Heer green op dezen voet bewerkstelligd, een groot gedeelte geschied zijn zonder eenige kosten hoegenaamd voor de uitzetting van den bol, vermits de onderscheidene handelscompagnieën hem den vereischten voorraad van gaz om niet aanboden. Mogt dit iemand buitensporig of ongeloofelijk schijnen, zoo dient in aanmerking genomen, dat in een land waar overvloed aan steenkolen is, gelijk in Engeland, de bewerking der overhaling, waardoor men het gaz verkrijgt, de waarde der daartoe gebruikte brandstof geenszins vermindert, maar die integendeel zoo zeer verhoogt, dat het overblijfsel (de coke) eene verkoopwaarde behoudt, genoegzaam om èn den oorspronkelijken aankoop der steenkolen, èn het arbeidsloon voor de bewerking te dekken. De slijtaadje der machinerie, mitsgaders de interest van het tot de oprigting derzelve besteede kapitaal, kunnen derhalve gezegd worden tegenwoordig de eenige kosten uit te maken voor de vroeger zoo dure uitzetting van den luchtbol. Doch ongerekend de hieruit ontspruitende voordeelen van de aanwending van het steenkolengaz, bij voorkeur boven het waterstofgaz, zijn er andere van zeer groot gewigt, waarvan één inzonderheid melding verdient. Ik bedoel de vatbaarheid van het eerste, om zich veel gemakkelijker dan het waterstofgaz binnen den luchtbol te laten houden, terwijl het laatstgenoemde, welligt om de meerdere ijlheid van deszelfs bestanddeeltjes en de sterkere verwant- | |
[pagina 708]
| |
schap van deze met den omringenden dampkring, die eigenschap mist. In eenen bol, die genoegzaam digt is, om den inhoud van steenkolengaz gedurende zes maanden in hoedanigheid en hoeveelheid onveranderd te behouden, zal eene gelijke hoeveelheid waterstofgaz niet langer dan zoo vele weken in dezelfde zuiverheid bewaard blijven. Het ware overbodig uit te weiden over het onschatbare voordeel, dat deze eigenschap aan de luchtvaart verschaft. Te meer valt dit in het oog, wanneer wij uitzien naar den toekomstigen toestand der kunst, en de waarschijnlijke aanwending daarvan tot reizen van langen duur, bij de moeijelijkheid, ja onmogelijkheid in de meeste gevallen, om een voorraad van die vervliegbare waar te verkrijgen of te bewaren. Wat het naastvolgende der vermelde hindernissen betreft, die welligt in het algemeen gevoelen eene afkeerigheid van de aanwending der luchtvaart tot bestemmingen van openbare nuttigheid zoude hebben doen voortduren, - ik meen het gevaar, dat men gemeenlijk aan de beoefening der kunst verknocht acht, - zullen slechts weinige woorden noodig zijn, om het ijdele van die vrees aan te toonen. Twee honderd acht-en-twintig opstijgingen,Ga naar voetnoot(*) in alle jaargetijden ondernomen, zonder een enkel voorbeeld van noodlottige gevolgen, of zelfs maar van eenige daarmede gepaarde verdrietelijke ongelegenheid, - ten ware door kwaadwilligheid veroorzaakt, - behooren tot eene genoegzaamheid te verstrekken, dat er zeer weinig gevaar is bij de praktijk der luchtvaartkunde, onder het bestuur van een bedreven leidsman, en met den bijstand van die verbeteringen, tot welke zijne ondervinding hem aanleiding heeft gegeven. Het is niet uit het broddelwerk van voor de zaak niet berekende lieden, dat zich eenig oordeel laat vormen over dit en andere onderwerpen van practicalen aard; en ik aarzel niet te zeggen, dat het vervoer, door middel van den luchtbol - behoudens dat het geschiede met die bekwaamheid, zonder welke niemand tot de verwachting geregtigd is van te zullen slagen, en met inachtneming van die voorzorgen, welke | |
[pagina 709]
| |
de ondervinding geleerd heeft noodig te zijn, - evenmin aan buitengemeene gevaren blootgesteld is als eenig ander tot dus verre gebruikelijk vervoermiddel. Aan menigeen, bevroed ik, zal deze verklaring niet vrij van overdrijving toeschijnen, en wie zich meer houden wil aan zijne eigene overtuiging, dan aan den wezenlijken aard en de omstandigheden der kunst, kan er ligt toe overhellen, om zich te verbeelden, dat ik in het gegeven overzigt zoo wel de moeijelijkheden als de gevaren, aan de praktijk verknocht, op verre na te gering gesteld heb. Alvorens, echter, tot zulk een stellig besluit te komen, zou men wèl doen, te onderzoeken in hoe verre die eigene overtuiging op werkelijke voorvallen steunt, en hoe veel daarvan te wijten kan zijn aan bijkomende indrukken, ten eenenmale buiten zamenhang met de wezenlijke waarde van de zaak. Wij weten allen, tot welk eene mate louter de ongewoonheid van eenig bedrijf geschikt is om beduchtheid te verwekken, wegens de veiligheid er van; het is niet opzigtelijk de luchtvaart alleen, dat de oude spreuk: omne ignotum pro terribili zich door de bevooroordeelde uitspraak, zelfs van de diepdenkendste mannen, heeft bewaarheid. Tot deze indrukken heeft gewis de invloed van het voorbeeld grootelijks bijgedragen. Zoo veel sterker hecht zich de geest aan al wat een zweem heeft van vreeselijkheid en jammer, dan aan hetgeen zich alleen van eene schitterende en voorspoedige zijde voordoet, dat de mare van een enkel noodlottig ongeval genoeg is, om eene gansche reeks van met den besten uitslag bekroonde ondernemingen met de blaam van gevaarlijkheid te bestempelen. Met opzigt tot het onderwerpelijk vraagstuk is dit bij uitnemendheid onverschoonlijk, vermits er slechts eene zeer vlugtige beschouwing van den aard der zaak toe vereischt wordt, om de ongegrondheid te doen beseffen van de redenen, waarop zulk eene meening gevestigd is. - Wat behoeft er meer gezegd, dan dat van ruim duizend opstijgingen, die tot dus verre hebben plaats gehad, slechts acht van een noodlottigen afloop geweest zijn. Uit dit getal ontstonden vijf der ongevallen door het gebruik van vuur, hetzij als werkmiddel tot | |
[pagina 710]
| |
de opstijging, zoo als naar de oorspronkelijke uitzettingswijze van de Montgolfière of vuur-luchtbol; hetzij door toevallige aanraking met den bol in den vorm van kunstvuurwerken, zoo als in het geval van wijlen Madame blanchard. Eigenlijk zijn er dus slechts drie noodlottige mislukkingen te tellen, als den voortgang gekenmerkt hebbende van eene kunst, die nog eerst in hare kindschheid was; en van deze is er niet één gebeurd tenzij onder omstandigheden, buiten de beperking der hierboven opgegevene voorwaarden. Een ander beletsel, tot dus verre het meest vermogend, om alle aanwending der luchtvaart tot maatschappelijk nut te verijdelen, is het gemis van middelen om den bol in eene gegevene rigting te besturen. Alzoo nogtans eene opzettelijke behandeling van die vraag eene breedvoerige uitweiding zou vereischen, en die overigens niet behoorde tot het oogmerk, waartoe onze jongste togt werd ondernomen, zal ik dit stuk voor dit oogenblik onaangeroerd laten, om dadelijk over te gaan tot de beschouwing van de middelen, met welke het den Heer green gelukt is den luchtvaarder in staat te stellen om het vermogen van zijnen bolGa naar voetnoot(*) onverminderd te behouden gedurende de gansche reis, tot welke uitgestrektheid hij die ook hebbe te ondernemen. Ten einde deze ontdekking, waarvan het onderzoek meer bepaaldelijk bij onzen onlangschen togt ten doel gesteld was, ten volle op hare waarde te kunnen schatten, zal het noodig zijn eenig denkbeeld te hebben van de moeijelijkheden, die te overwinnen waren, en van den te berekenen invloed der daartoe aangewende middelen ter verdere bevordering der luchtvaartkunde. | |
[pagina 711]
| |
Wanneer een bol oprijst om den dampkring te doorkruisen, is, ongerekend de verliezen, door onvolkomenheid van deszelfs inrigting te veroorzaken, eene aanhoudende verspilling der hulpmiddelen in gaz en ballast een onvermijdelijk gevolg der gesteldheid-zelve. Hij heeft niet zoodra de aarde verlaten, of hij is al dadelijk onderworpen aan den invloed van menigerlei omstandigheden, die de strekking hebben om eene verandering in zijne zwaarte te weeg te brengen, en het vermogen, waardoor hij wordt opgehouden, al naar dat het geval zich toedraagt, te vermeerderen of te verminderen. De inslorping of uitdamping van vocht naar evenredigheid der uitgebreidheid, de afwisselende verhitting en verkoeling van het bevatte gaz door de verwijdering of tusschenkomst van wolken tusschen den bol en den invloed der zonnestralen, mitsgaders andere min bekende, doch niet minder vermogende aandoeningen, werken gezamenlijk zoo zeer tot stoornis van het evenwigt, voor het behoud waarvan de luchtvaarder allervoornamelijkst te zorgen heeft, dat er naauwelijks een oogenblik voorbijgaat, zonder dat hij zich in de weer heeft te stellen, hetzij om de daling van den bol te matigen door het uitwerpen van ballast, hetzij om de rijzing te bedwingen door eene geëvenredigde uitlating van gaz. Het behoeft naauwelijks gezegd, dat op die wijze het gansche vermogen der machine, hoe groot ook hare afmetingen zijn mogen, allengs moet uitgeput worden, en de loopbaan vroeger of later moet eindigen met te gehoorzamen aan de wetten der aardsche zwaartekracht. Het is echter voornamelijk omstreeks de beide hoofdpunten, waarin zich het etmaal in dag en nacht verdeelt, dat die veranderingen plaats grijpen, waarvan de gevolgen het meest hinderlijk zijn voor de bestendiging der luchtreis. Bij het genaken van den nacht, brengt eene ophooping van vocht, dat naar gelang der grootte van den bol een gewigt van twee tot drie honderd ponden kan bedragen, tot de onvermijdelijke noodzakelijkheid om den bol, ten einde dien dezelfde gesteldheid in de lucht te doen behouden, van een gelijk bedrag aan ballast te ontdoen. Naar gelang de ochtend aanbreekt, en de zonnestralen beginnen door te drin- | |
[pagina 712]
| |
gen, verdampt allengs al dit vocht, en bij gebrek van het middel om het gewigt daarvan, dat zoo lange een gedeelte van den eigenen voorraad vervangen heeft, te herstellen, verkrijgt de bol eene overmaat van opstijgend vermogen, waarvan hij òf moet bevrijd worden door het openen der klep, òf zich-zelf bevrijdt door de snelle verheffing, waartoe hij door de toevallige ontlasting van zoo veel gewigts noodwendig bepaald werd.Ga naar voetnoot(*) Een volgende dag en volgende nacht brengen bij herhaling dezelfde verschijnselen voort. Maar nu schijnen geene middelen meer voorhanden, om in de toenemende behoefte te voorzien; het gaz, dat den bol het vermogen gaf om de van buiten aankomende zwaarte te dragen, is reeds verspreid, en de ballast, waarvan de uitwerping het evenwigt kon herstellen, is door de verspilling van den vorigen nacht te loor gegaan. In deze tweeledige ongelegenheid, is er geen ander derde, dan dat de bol, gehoorzamende aan den drang van zijn vermeerderd overwigt, allengs ter aarde gedrukt wordt. Ziedaar de ruwe, maar juiste, schets van hetgeen met elken bol onder de gewone omstandigheden der luchtvaart moet gebeuren, en waardoor tot dus verre de duur van alle dergelijke togten binnen de enge grenzen van zes-en-dertig uren is moeten bepaald blijven. De wezenlijke oorzaak van dit nadeel alzoo gelegen zijnde in het aanhoudend verlies van het ééne gedeelte der hulpmiddelen, tot tegenwerking van de gevolgen van een tijdelijk gemis aan betrekkelijk vermogen van het andere gedeelte, zoo volgt daaruit van zelf, dat zich het natuurlijke tegenmiddel aanwijst in de beschikking over het eene of andere | |
[pagina 713]
| |
gedeelte der hulpmiddelen;Ga naar voetnoot(*) in dier voege, dat de luchtvaarder in staat zij het verspilde te herstellen, zoodra de omstandigheden ophouden, die het noodig maakten er zich van te ontdoen. De wijze, hoe dit te bewerkstelligen, is naar de vernuftige vinding van den Heer green als volgt. Men voorziet zich daartoe van een kabeltouw, ter lengte van duizend voet of meer, naar dat men zich al of niet eene hoogere verheffing voorstelt, en van eenen omvang, geëvenredigd met het gewigt, waartegen men heeft te voorzien. Zoodra de bol de aarde genoegzaam heeft verlaten, en de omstandigheden het raadzaam doen achten, wordt dit kabeltouw door middel van een rolblok van het schuitje afgelaten, zoodat het, door eene katrol gaande, die aan den haak daarboven bevestigd is, vrij in de lucht blijft hangen. Gebeurt er nu eenige verandering, waardoor de betrekkelijke zwaarte des bols vermeerderd wordt, en hij alzoo begint te dalen, zoo komt het benedeneinde van den kabel allengs op den grond te rusten, en dit, dezelfde werking doende als het uitwerpen van zoo veel ballast, vermindert bij aanhoudendheid het gewigt omlaag, in regtstreeksche verhouding tot de van boven vermeerderde zwaarte, tot dat die laatste haar maximum bereikt heeft, en, de evenredige verligting door middel van het eerste bewerkt zijnde, de | |
[pagina 714]
| |
bol weerhouden wordt van verdere daling, en òf blijft voortgaan op de hoogte, waartoe hij door deze afwisselende verzwaring en verligting bepaald is, òf, wederom rijzende, onder den invloed der eerstvoorkomende daartoe strekkende verandering, allengs met het gansche vorige gewigt belast wordt, en eindelijk de aarde verlaat in denzelfden toestand opzigtelijk de hulpmiddelen van gaz en ballast, waarin hij zich bevond alvorens de omstandigheden plaats hadden, die het vroegere evenwigt verstoorden. De waarde van dit tegenmiddel, of, om het eenvoudiger uit te drukken, het bedrag van de verligting, door middel van het stuurtouw aan den bol verschaft, is te vinden in het verschil van de kracht, genoegzaam om een gegeven gewigt te dragen, of vereischt om den tegenstand te overwinnen, wanneer het over den grond gesleept wordt. Wanneer, gelijk in het geval van het kabeltouw, de gedaante van het ligchaam geen eigen beletsel tegen de voortbeweging oplevert, is dit verschil zeer aanmerkelijk, gelijk de Heer green dit door proeven bewees, toen hij het eerst op het denkbeeld was gekomen, om zich van zulk een touw te bedienen. Een touw van honderd en vijftig voet lengte, en een-en-vijftig ponden gewigt, met kracht over de oneffen oppervlakte van den grond gesleept, wees eenen tegenstand aan, gelijk met slechts veertien ponden gewigts, en nogtans reeds op die kleine schaal een verschil opleverende van omtrent drie vierde der gansche zwaarte; een bedrag, dat aanmerkelijk vermeerderd wordt bij de aanwending daarvan tot eenen luchtbol, waarbij men, een kabel gebruikende van grooter afmetingen, een veel grooter gewigt kan verkrijgen bij gelijken of slechts weinig vermeerderden tegenstand.Ga naar voetnoot(*) Voor al de oogmerken der luchtvaart, komt die tegenstand inderdaad weinig of niet in aanmerking, en zoude, ware die ook grooter | |
[pagina 715]
| |
dan werkelijk het geval is, naauwelijks kunnen gezegd worden eenige bedenkelijkheid te geven tegen het gebruik, of iets af te doen van de waarde der uitvinding, vergeleken met de onschatbare voordeelen, welke het anderzins kan verschaffen; inzonderheid wanneer men in het oog houdt, dat in allen gevalle de uitwerking van dien tegenstand op zich-zelve slechts eene geringe vertraging is in den loop des bols, gepaard met eene even geringe vermindering der verheffing, in welke hij anders zou gehad hebben voort te gaan. De lengte van het tot dit oogmerk te gebruiken kabeltouw, (boven hetgeen daarvan vereischt wordt, om de begeerde verligting te bewerkstelligen,) hangt ten eenenmale af van de verheffing, op welke de omstandigheden het den luchtvaarder verkieslijk maken zijnen togt te doen. Voor zoo verre het alleen veiligheidshalve bedoeld wordt, zal de lengte van duizend voet, zoo als het bedrag was, waarvan wij voorzien waren, gewis genoegzaam zijn, om hem buiten het bereik te stellen van eenige plotseling ontstaande ongelegenheid; maar geenszins voldoende om hem te vergunnen de voordeelen, voor welke het kabeltouw bepaaldelijk bedoeld is, te vereenigen met die, welke hem eene hoogere verheffing te gelijker tijd zou kunnen verschaffen.Ga naar voetnoot(*) De | |
[pagina 716]
| |
omstandigheden, waardoor zulk eene hoogere verheffing voor hem verkieslijk wordt, kunnen ontstaan hetzij uit de bijzondere gesteldheid van den grond, over welken hij te varen heeft, of wel uit zijn verlangen om zich te bedienen van de onderscheidene luchtstroomen, die, zoo men weet, op verschillende hoogten in den dampkring bestaan. Tot dat wij in staat zullen zijn de waarschijnlijke grenzen van die omstandigheden aan te wijzen, zal het onmogelijk zijn met juistheid te bepalen, tot in hoe verre het niet raadzaam zou kunnen zijn de middelen te bezitten, om de verheffing van den bol te vermeerderen, zonder ten eenenmale de gemeenschap met den grond te verlaten, welke het kabeltouw doet onderhouden. Ondertusschen dient men te weten, dat de mogelijke uitbreiding van die middelen alleen begrensd is door de grootte van den bol, en het bedrag van het gewigt, dat hij dienvolgens kan dragen. Met een luchtbol, bij voorbeeld, van de grootte van dien, welken wij bij de jongste gelegenheid gebruikten, indien men al de gewone ballast, om het touw, er aan hadde opgeofferd, zoude het te naauwer nood mogelijk geweest zijn een kabeltouw van meer dan vijftien duizend voet lengte mede te voeren en te gebruiken; doch het hadde het dubbele van die lengte mogen hebben, ware de bol maar, zelfs minder dan een vierde van zijnen diameter grooter geweest. Wat de tegenwerpingen betreft, welke men mogt kunnen maken op grond van de waarschijnlijkheid, dat het stuurtouw zou blijven haken of anderzins gestremd worden in het slepen over de aarde, vergewiste zich de Heer green omtrent de ijdelheid van die bedenkingen door verscheidene nachtreizen, door hem opzettelijk tot dit onderzoek ondernomen, hetwelk hij verder tot volkomen klaarheid bragt bij den jongsten togt, die insgelijks voornamelijk ten doel had daaromtrent zekerheid te verkrijgen. Het is er zoo mede gelegen, dat het stuurtouw in zijnen voortgang over de aarde | |
[pagina 717]
| |
weinig of geen oponthoud ontmoet, hoedanig ook de gesteldheid van den grond zijn moge. Boomen, huizen, rivieren, bergen, dalen, afgronden, en vlakten werden alle door hetzelve met gelijke veiligheid en onverschillig overloopen. De eenige bespeurlijke verandering, door die afwisseling te weeg gebragt, bestond in eene ligte trilling van het schuitje, wanneer het juist over een oneffen grond liep, en somwijlen een iets sterkeren schok, wanneer het voor een oogenblik door eenig hooger uitstekend voorwerp werd opgehouden. Zelfs zoude dit laatste door eene geringe verbetering van de zamenstelling te vermijden zijn geweest, zoo als die te dier tijd werd opgegeven, en ongetwijfeld voor het vervolg zal in acht genomen worden. Doch, waarlijk, zelfs wanneer die bedenkingen in derzelver uiterste uitgestrektheid nopens het gebruik van het stuurtouw konden gelden, zoude daaruit nog niets ten nadeele daarvan af te leiden zijn, doordien eenige hindernis van den bedoelden aard, zoo die al gebeurde, van geene hoegenaamde ernstige gevolgen zoude zijn, noch zelfs eenige ongelegenheid zoude veroorzaken, die niet gemakkelijk en spoedig te verhelpen ware. In de eerste plaats, naardien, door de beschrevene inrigting, het kabeltouw over de katrol loopt, die aan den hoepelring is gehecht, zoo zoude àl de trekking van hetzelve, in het geval dat het ergens vast raakte, op het laatstgenoemde gedeelte der machine werken, en de loodregte plaatsing van het schuitje te allen tijde behouden blijven. Ten tweede, mogt er zulk eene stremming gebeuren, en het benedeneinde van het stuurtouw door eenig toeval in zijnen voortgang gestuit worden, zoo ware niets eenvoudiger dan door middel van de daartoe ingerigte bewerktuiging den bol op het de stuiting veroorzakende voorwerp af te winden, en hetzij het kabeltouw daarvan los te maken of hetzelve maar in eens weg af te kappen, zoo nabij het beletsel als het naar den aard der verhindering mogelijk zou zijn tot hetzelve te naderen. In allen gevalle ware het ergste, dat er van komen kon, het verlies van eenig gedeelte van het touw, grooter of kleiner, naar de om- | |
[pagina 718]
| |
standigheden onder welke de stremming mogt plaats hebben.Ga naar voetnoot(*) Het gezegde zal, zoo ik hoop, tot eene genoegzame verklaring verstrekken van den aard en de werking dezer zoo eenvoudige uitvinding, voor zoo ver hare eigenschap betreft van den luchtvaarder in staat te stellen om het evenwigt, en daarmede het vermogen van den bol te behouden tegen de onderscheidene zamentreffende omstandigheden, die bij aanhoudendheid de strekking hebben om het te verzwakken. In hoe verre dit besparingsmiddel dienstig kan zijn om den togt des luchtreizigers te verlengen, is eene vraag die ten eenenmale afhangt van de gesteldheid van den bol- | |
[pagina 719]
| |
zelven. Wanneer die in de meeste volkomenheid is, gelijk bij den onzen in het bijzonder het geval was, heb ik weinig twijfel, of men zoude, zonder andere aftrekking van de theorie, dan bij alle praktijk als gebeurlijk te wachten moet zijn, het vermogen van den bol genoegzaam onverminderd kunnen bewaren, om dien gedurende het grootste gedeelte des jaars in de vaart te houden. Dit is nogtans het eenige voordeel niet, waartoe de aanwending van deze vernuftige vinding aanleiding heeft gegeven. Er is nog tweederlei te vermelden, van naauwelijks minder belang. Ik bedoel de kennis, welke de luchtvaarder daardoor kan verkrijgen, zoo wel opzigtelijk de juiste rigting van zijne vaart, als met betrekking tot den afstand, waarop hij zich bij de oppervlakte der aarde bevindt;Ga naar voetnoot(*) wanneer, ten gevolge der nachtelijke duisternis, bij mistig weder of benevelde lucht, of bij gemis van eenige kennelijke verscheidenheid van den grond, (even als bij de scheepvaart over eene onafgebroken oppervlakte der zee,) die kennis op geene andere wijze te bekomen zoude zijn. Tot verduidelijking van de wijze, hoe de aanwijzing daartoe verkregen wordt, dient gezegd, dat, alzoo de voortgang van het stuurtouw in zekere mate opgehouden wordt door deszelfs beweging over de vaster oppervlakte der aarde, terwijl die van den bol even vrijelijk als voorheen beheerscht wordt door de voortdrijvende kracht van den wind, de bol dienvolgens in zijnen voortgang altijd het touw vooruit moet zijn. Eene vergelijkende afpassing, derhalve, van de betrekkelijke stelling van beide voorwerpen, moet ten allen tijde de juiste rigting van den loop aanwijzen, terwijl met gelijke zekerheid eene schatting te maken is van de door den bol bereikte hoogte, door het waarnemen van den hoek tusschen | |
[pagina 720]
| |
de lijn van het stuurtouw, en de loodlijn, vallende van het punt van aanraking van het touw met den hoepelring. Naar evenredigheid dat die hoek den regten hoek naderbij komt, is daaruit onfeilbaar tot eene vermindering van de verheffing des bols te besluiten; en omgekeerd, zal de meerdere afwijking van den regten hoek bevonden worden juist overeen te komen met de toeneming van deszelfs afstand van de aarde. Het uiterste van die afwijking is het loodregt hangen van het touw, en in dat geval zal de verheffing der machine op eenen afstand van de aarde zijn, grooter dan het bedrag der lengte van het stuurtouw, of van het te dier tijd daarvan gebruikte gedeelte. De voornaamste eigenschap van deze ontdekking is ondertusschen, dat zij den luchtvaarder een gansch ander aanzigt geeft omtrent de gevaarlijkheid der zee, en hem alzoo den tot dus verre beperkten kring van zijne togten met gerustheid doet uitbreiden. De oceaan is, bij de aanwending van dit veiligheidsmiddel, niet langer de geduchte vijand des luchtreizigers, maar wordt eensklaps zijn grootste vriend, en verschaft hem, in plaats van zijnen voortgang te stuiten, zekerder en krachtdadiger voordeelen, dan zelfs de aarde, met al hare onderstelde veiligheid, hem kan opleveren. Ontdaan van den schroom van zijne vaart aan de zee te moeten staken, ziet hij in haar thans slechts eene uitgestrekte vlakte, bereid om hem te ontslaan van de hindernissen, die anderzins zijnen togt zouden kunnen belemmeren; de oceaan is voor hem thans slechts een ruimer veld ter aanwending van de middelen, hem door de kunst aan de hand gegeven, om over de belemmeringen der natuur te zegevieren. Zoodanigerwijze is de Atlantische zee voor hem slechts eene breede gracht, welke hij in drie etmalen zou kunnen overtrekken. De omvang van den aardbol zelfs ligt niet buiten de grenzen zijner verwachtingen; de mogelijkheid doet zich voor hem op, om, door de passaatwinden voortgestuwd, de reis om de wereld in vijftien etmalen te volbrengen. Wie kan nu zijner baan eene grens bepalen? |
|