hem beleedigt, dien uw pligt eischt te eerbiedigen, gij ook ik staat zijt tot daden, die aan muiterij grenzen; zoo zij dien naam niet reeds verdienen, en mij, uw heer en meester, de verpligting zouden opleggen, om u voor uwen euvelmoed te straffen.’
‘Ik ben uw slaaf, mijn oom! en buk voor u in het stof.’ antwoordde fateh-ali. ‘Dezen morgen heeft het jagtvermaak mij de betamelijkheid uit het oog doen verliezen. Indien ik geweten had, dat ik u mishaagde, had ik mij liever den vinger afgesneden, dan dit verwenschte schot te lossen. Genade! Genade!’’
‘Dat is zeer wel; maar gij zult heden naar het gewest Shiraz vertrekken; echter vóór dat wij scheiden, heb ik u iets gewigtigs mede te deelen. Wees op alles bereid: de Koning is ernstig.’
Hierop nam hij een klein, gesloten koffertje, dat hij met eene zonderlinge geheimzinnige gelaatsuitdrukking bezag. Vervolgens opende hij 't, en haalde er een pakjen uit met een zijden doek omwonden.
Fateh-ali waande, dat eenig kostbaar edelgesteente voor zijn oog zou schitteren. Zijn ongeduld klom ten top, toen hij, nadat verschillende omslagen reeds afgenomen waren, nog niets gewaar werd. Welligt was het een rijk gebonden Koran, dien zijn oom hem, vóór zijn vertrek, wilde ter hand stellen. Hij wist, hoezeer de Shah, voor het oog der wereld, een ijverig geloovig aanbidder van den profeet wilde schijnen. Maar neen, het pakje was daarvoor niet lijvig genoeg. Misschien was het de jika, een kleinood, dat men op het hoofd draagt, zinnebeeld der Koninklijke magt, hetwelk de Shah hem ter hand zou stellen, nu hij den Vorst in zijn gouvernement van Shiraz zou vertegenwoordigen.
Mahomed wachtte eenige oogenblikken, alvorens den laatsten omslag los te maken. Eindelijk ontblootte hij het voorwerp, met eene snelle beweging der hand; doch, welke waren niet 's prinsen verbazing en afgrijzen, toen hij, in plaats van een kostbaar geschenk, een ouden doek met bloed bevlekt aanschouwde.
‘Ziet gij dezen doek?’ vroeg de Monarch, hem die, met huiveringwekkende bedaardheid, voorhoudende; terwijl zijne gelaatstrekken eene duivelachtige uitdrukking aannamen.
Fateh-ali, doodsbleek, als aan den grond genageld, gaf geen antwoord.