Op een verzoek, om een particulier kabinet van schilderijen te bezigtigen, ontving walter scott van de Dame van den huize dit hoogst beleefde antwoord: ‘Het doet mij leed, dat ik heden de schilderijen niet kan laten zien, wijl juist gisteren avond mijn gemaal is overleden; hetgeen ik te meer betreur, omdat het mij van het genoegen berooft Sir walter scott en Miss edgeworth bij mij te ontvangen.’
In het vallen van den avond zat een Prins de ligne met zijne tante voor een open venster. De hooghartige vrouw berispte hem, om zijne gemeenzaamheid met den zoon uit een minder beroemd huis. Te midden van haar gesprek kwam de maan op. Dadelijk deed de Prins het venster digt en liet de gordijnen vallen. ‘Waartoe dat, neef!’ riep de Prinses. ‘Maak de gordijnen weêr open! Ik zie graag de maan in de kamer schijnen.’ - ‘Dat gaat niet, lieve tante!’ antwoordde de Prins. ‘De maan heeft maar vier kwartieren. Zij mag volstrekt niet bij u worden toegelaten.’
Eenige wijzen uit de Bedouinen, die van melk en suiker in de koffij geen denkbeeld hebben, spraken over Lady esther stanhope. De een beweerde, dat zij gek was, en beriep zich op hare grillen; de ander hield staande, dat zulk een goede vrouw niet krankzinnig kon zijn; maar de oudste hunner, een ongemeen wijs en ervaren man, met een langen baard, maakte een einde aan het verschil. ‘Ik verzeker u,’ sprak hij, ‘de Lady is krankzinnig; ge behoeft er niet aan te twijfelen: zij doet suiker in hare koffij.’ - Dit besliste.
‘Sar!’ zeide een Italiaan in gebroken Engelsch tot een echten zoon van Nieuw Engeland. ‘Sar! Amerika heeft 't schoone niet van Italië! - Sar! wij hebben den Vesuvius, die den hemel verzengt!’ - ‘Mannetje!’ sprak de Yankee, ‘wij hebben de Niagara, die uwen Vesuvius in vijf tellens uitdooft.’