eene dochter van sigbriet, welke den Koning beheerschte, en bij de Deensche grooten, die den door haar bij den Koning opgewekten burgerzin verafschuwden, onder den naam van het Hollandsche appelenwijf bekend stond. Uit zijn land verdreven, bezocht hij Noord-Holland en hield deerlijk huis te Alkmaar. Hij dwong de Hollanders om de volle huwelijksgift zijner gemalin, ter waarde van 50,000 gulden te voldoen, en verkreeg daarenboven, op goede beloften, twaalf schepen. Wet dezen buit ging hij van Medemblik uit, om zijn rijk te heroveren; doch de aanslag mislukte, en hij verkwijnde, als staatsgevangene, zijn overig leven op een kasteel.
In de eerste jaren zijner regering plaatst de Heer bernhard deze tafereelen. Zij schetsen den omgang aan het hof, het leven en streven des adels en der geestelijkheid; de boosheid van monniken wordt niet vergeten; eene waarzegster kon niet ontbreken, en kroegtooneelen evenmin. Sommige personen uit den burgerstand spelen eene ondergeschikte, doch geene onbeduidende, rol; bovenal steekt de invloed van Vrouw sigbriet allerwege uit. Het portret van den Koning versiert het werk.
Wij beloven den lezer eene onderhoudende lektuur; hij late zich slechts door het begin niet afschrikken. De karakters zijn natuurlijk geteekend en goed volgehouden. Den Schrijver komt de lof toe van met kieschheid zijne pen bedwongen te hebben. Waar een Franschman den vollen dag zou hebben gegeven, laat hij bescheiden het gordijn vallen. Den inhoud en gang der geschiedenis te melden, ware ondienst doen aan de nieuwsgierigheid der lezers. Daar wij met het oorspronkelijke onbekend zijn, kunnen wij over de meerdere of mindere getrouwheid der vertaling niet oordeelen. Wij eindigen met hun, die geene vreemdelingen zijn in de geschiedenis van dezen rampspoedigen Vorst de lezing dezer tafereelen aan te raden, omdat zij de reden van en de aanleiding tot zijne treurige lotgevallen in een helder licht stellen.
S.