rijke der Apostolische herinnering: weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt? bij de toewijding van het nieuwe Kerkgebouw. Hij beschouwde die herinnering eerst als gegrond, daarna als belangrijk. Met betrekking tot het eerste worden deze drie punten ontwikkeld: God heeft de gemeente gesticht - God openbaart zich in dezelve tot hare volmaking - dit een en ander strekt tot verheerlijking van God. Die herinnering is ten tweede belangrijk, want: ook bij het bezit van het doelmatigst en sierlijkst Kerkgebouw kan de Gemeente dit vergeten en daardoor hare bestemming missen - de Gemeente moet dit onthouden en daartoe dit bedehuis wèl gebruiken - God-zelf zal dan eens dáárboven de Tempel der gemeente zijn, als zij geen bedehuis op aarde meer behoeft.
Bij de inwijding der Helmondsche Kerk stelde de Eerw. Spreker dat bedehuis voor als woning Gods en toegang des Hemels, na de ontwikkeling dezer punten wijzende op het belangrijke en verpligtende daarvan. Het eerste wordt aangewezen door de voorstelling: dat wij er God aanschouwen - dat God er werkt en zaligt - dat wij er ons tot verheerlijking van God vereenigen. Die herinnering is belangrijk; wij hebben, met andere woorden, er het - grootste - zekerste - duurzaamste belang bij. Zij is verpligtend: tot opregte dankbaarheid voor het bezit van dit bedehuis - tot blijvende hoogschatting van de vereeniging daar binnen - tot getrouwe beantwoording aan het doel der Godsdienstoefeningen in hetzelve. Beide stukken getuigen van eenen verlichten geest, wijze gematigdheid en warmen ijver. Slechts schijnt het ons toe, dat het voor zulke gelegenheden wel wat te uitgewerkte en daardoor min levendige verhandelingen zijn. De gezangen zijn wèl gekozen; doch zij bewijzen weder de armoede in voorraad, die de keuze moeijelijk maakt.
Eene afbeelding van de Kerk te Helmont versiert het boekske.
De Eerw. moltzer sprak, ter herinnering aan de Kerkhervorming, en aan het eeuwgetijde van den Munsterschen vrede, en van de stichting zijner Gemeente, over - en wekte