Oostenrijksche Huizen, maar tevens van de Stichtsche, Geldersche en Friesche Regeringen, in verband met hunne veelvuldige betrekkingen met de zuidelijke provinciën, vooral van Braband en Vlaanderen, geleverd wordt, die van eene naauwgezette gebruikmaking der oorspronkelijke bronnen, als oude kronijkschrijvers, verzamelaars van oorspronkelijke stukken, en de oude en nieuwere schrijvers van dit deel onzer Vaderlandsche geschiedenis getuigt, wordt men door het grondige en tevens aangename en de gepaste wijze van behandeling geheel met deze schijnbaar eenigzins te groote uitvoerigheid verzoend; te meer daar die tijden in verschillende opzigten nog ophelderingen vereischten, welke de latere minder behoeven, omdat zij reeds meermalen van verschillende zijden bezien zijn. Wij moeten echter hier weder eene vroeger gemaakte bedenking herhalen, of het in de volgende tijdvakken onzer Vaderlandsche geschiedenis wel noodig zal zijn, die uitvoerigheid te blijven volhouden, daar de gebeurtenissen hier meer van algemeene bekendheid worden, en er voornamelijk slechts verschil van hare beteekenis en invloed op ons volksbestaan plaats heeft. Eene breedere behandeling zoude Ref. hier ook noodzakelijk keuren, om het werk, dat nu reeds vier lijvige boekdeelen beslaat, niet te breed te doen uitdijen, waardoor de Schrijver en Uitgever in hunne pogingen, om hunne belangrijke taak te volbrengen, zouden bemoeijelijkt worden. Het is met bescheidenheid, dat wij deze bedenking onder de aandacht van den Heer arend brengen.
Het tweede deel, tweede stuk, bevat het vierde Boek, van de vereeniging van Holland met Henegouwen, tot die van bijna al de Nederlanden onder filips van bourgondië 1300-1433, en het derde stuk het vijfde Boek, van de vereeniging van bijna al de Nederlanden, onder het Huis van Bourgondië, tot die van al de Nederlanden onder Keizer karel V, 1433-1543. Ieder, die niet geheel vreemdeling in de Vaderlandsche geschiedenis is, weet, welke belangrijke gebeurtenissen in deze twee tijdvakken plaats hadden, die den overgang der middeleeuwen tot de nieuwere tijden uitmaken, en waarin, vooral op het laatst,