Immerzeel, zegt de Schrijver, hechtte wenig waarde aan zijne prozaschriften. Wat doet dat ter zake? - De vraag is, voor den leerling, welke waarde de Heer elberts er aan hecht. Overal beslist de Schrijver apodictisch; waarom hier niet? - Met betrekking tot immerzeel is 't gezegde maar ten deele waar. Immerzeel was er, b.v., met reden fier op, dat hij, in 1813, de steller is geweest van de meesterlijke, echt nationale, alle harten ontvlammende proclamatie aan de vloot: ‘de bezem op de mast!’
Aldus willende voortgaan zouden we-zelf wel 32 bladz. in 4to. kunnen vullen met aanmerkingen.
Ten aanzien van het onvolledige kunnen we kort zijn. Van àl de Schrijvers, die van Ao. 1235 tot 1848, dat is in een tijdverloop van zes honderd jaren, in de onderscheidene vakken van wetenschap hebben uitgeblonken, en van àl de dichters, die in hetzelfde tijdverloop van zes eeuwen gebloeid hebben, vindt men er hier honderd en negen genoemd.
De schikking der zaken en de stijl zijn mede hier en daar gebrekkig. Het bekende Nieskruid staat bij nierstrasz vermeld, als zijne voornaamste eigenschap. Van denzelfden Dichter wordt gezegd, dat hij was koopman (kantoorbediende); wat was hij nu: kantoorbediende of koopman? - P. van limburg brouwer wist, zegt de Schrijver, Grieksche zeden smakelijk te maken voor Hollandsche monden!!
De Schrijver, volgens het voorberigt van den Heer de gelder, nog jong van jaren, laakt in van kampen: de overhaasting; in borger: 't gebruik van meer schitterende dan ware sieraden; in van der hoop: dat hij zijne werken niet méér beschaafde, alvorens ze uit te geven. Wij herinneren hem-zelven luc. VI:41.
De Handleiding, zoo als zij daar ligt, is volstrekt onvoldoende en niemand aan te bevelen; maar de vorm is goed. Levert de Schrijver in dien vorm eenmaal een werk, dat om zijne volledigheid en grondigheid den naam van Handleiding tot de beoefening der Nederlandsche Letterkunde verdient: wij zullen hem danken. Zich toerustende met de noodige kennis, en dan zelf vermijdende wat hij in anderen berispt, zal 't hem niet zwaar vallen. Met dit vriendelijke woord leggen wij 't werk ter zijde.
P.p.