Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1849
(1849)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMessager des Sciences Historiques et Archives des Arts en Belgique. Recueil publié par MM. J. de Saint Genois, Professeur-Bibliothécaire à l'Université; C.P. Serrure, Professeur d'Histoire à l'Université; A. van Lokeren, Avocat; et P.C. van der Meersch, Avocat et Archiviste de la Flandre Orientale à Gand. Gand, Imprimerie de Léonard Hebbelynck. 1848. In gr. 8vo. f 9 - :Dit tijdschrift, welks geschiedenis wij vroegerGa naar voetnoot(*) hebben vermeld, wint in belangrijkheid van inhoud, en strekt België tot eer. De eerste verhandeling, die wij in dezen jaargang ontmoeten, draagt tot opschrift Château des Espagnols à Gand en is het werk van een ongenoemde. Levendig is de schets van het oproer, dat in 1539 aanleiding gaf tot het stichten van dat kasteel. Karel V te Gend gekomen, om het te dempen, koos zelf de plaats uit waar hij het wilde opgerigt hebben. De abt van St. Bavo, luc munich moest zijne abdij, kerk en 60 woningen, die aan de abdij behoorden, daartoe afstaan, en ook het klooster en de kerk van den Zaligmaker (S. Sauveur) moesten worden afgebroken. Later ontving het Kapittel van St. Bavo een schadevergoeding van 20,042 L. vlm., waarmede hetzelve niet tevreden was. Karel V gaf het oppertoezigt aan Messire adrien de croy, Comte de Roeulx, en den werklieden verlof, ook op Heilige feestdagen, alleen de zondagen en vijftien feesten uitgezonderd, te arbeiden. Den 24 April 1540 begon men de gebouwen af te breken, onder toezigt van den ingenieur do- | |
[pagina 405]
| |
naes dibon en den 22 Mei legde karel V zelf den eersten steen: ‘il était à cheval, tenant la pierre au moyen d'une corde, il la laissa descendre dans l'endroit où elle devait être placée. La forme de cette pierre était carrée: on y avait sculpté une croix de Bourgogne, et dans les coins de la croix le millésime de 1540. ‘On dit que ce fût au château de Gand, qu'on fit usage pour la première fois en deça des Alpes, de bastions triangulaires. On n'en connaît pas l'inventeur; des auteurs prétendent que ce fut zisca, chef des Hussites, ou bien achmet. Bassa, qui fit fortifier Otrante en 1480, avec les bastions qu'on y voit encore aujourd'hui. D'après maffeï, dans la Verona illustrata, on doit en attribuer la gloire à san micheli: c'est à Vérone que se trouvent les bastions triangulaires que l'on regarde comme les plus anciens et qui portent les dates de 1523 et 1529.’Ga naar voetnoot(*) Gedurende de eerste dagen der beroerte onder philips II had la troillet, in naam des Graven van egmond, het bewind over het kasteel in handen, doch onder alva werd Don hieronymo de salinas gouverneur, die in 1572 door mondragon werd opgevolgd. Bekend is het, dat het egmond en hoorne tot gevangenis gediend heeft; dat de Staten van Vlaanderen het in 1576 deden belegeren door den Graaf de roeulx, aan wien het in October van dat jaar werd overgegeven, en dat het in Augustus 1577 aan de zijde der stad werd afgebroken, waaraan ook de beroemde antonius walaeus, toen nog een kind van vier jaren, zou geholpen hebben. Nadat de Hertog van Parma, in September 1584, Gend heroverd had, begon men het kasteel te herbouwen; in 1588 was men er nog mede bezig. Na een beleg van drie dagen werd het den 12 Maart 1678 door den Gouverneur francisco de pardo aan de Franschen overgegeven: den 1 Junij 1706 verlieten de laatsten Gend, bij de nadering van marlborough. De Graaf vintimiglia, Gouverneur van Gend, had zich in het kasteel geworpen, dat, na een beleg van vijftien dagen, zich bij verdrag overgaf, waarna de Maarschalk van haverskerke het bewind over hetzelve en de stad aanvaardde. Den 5 Julij 1708 maakte grimaldi zich, door list, van de stad meester en eischte het kasteel op. De Gouverneur, die aan het hoofd van 5000 man stond, had besloten, zich te ver- | |
[pagina 406]
| |
dedigen; doch liet, om de stad te sparen, op dringend verzoek van den Graaf van bergeyn en den Magistraat, dit opzet varen en gaf het slot over, dat den 31 Januarij 1709 wederom in handen van de verbondene Mogendheden viel. Na den vrede van Utrecht en Rastad (1713 en 1714) kwam karel VI, Keizer van Duitschland in bezit van stad en kasteel; in 1745 raakte het wederom in handen der Franschen, doch na den vrede te Aken (18 October 1748) in die der Oostenrijkers. Den 13 November 1789 werd het slot door de Brabandsche patriotten aangevallen en nadat het garnizoen, sterk omtrent 3000 man, het verlaten had, in bezit genomen. Den 7 December 1790 maakten zich de generalen de la tour en boros, aan het hoofd van 3960 man voetvolk en twee escadrons huzaren, van stad en kasteel meester; doch in 1792 verdreven de Franschen, onder den Generaal de la bourdonnaye, de Oostenrijkers, die er kort daarna wederom meester van werden; doch het den 3 Junij daaropvolgende voor de laatste maal verlieten. Nadat napoleon het eiland Elba verlaten had, werd het kasteel nogmaals door de Engelschen versterkt. Sedert is het verlaten, gedeeltelijk in een arsenaal en kruidmagazijn veranderd, gedeeltelijk gesloopt. Bij deze uitstekende verhandeling behooren drie platen, voorstellende de oude abdijkerk van St. bavo, een poort en platte grond van het kasteel. - Alexandre pinchart geeft een keurige Notice historique sur le Collège St. Michel à Bruxelles, vroeger het hôtel van het adellijk geslacht witthem. ‘On chercherait,’ schrijft hij o.a. ‘vainement aujourd'hui dans les rues de Bruxelles, ces antiques demeures seigneuriales qu'habitaient les egmont, les nassau, les bréderode, dont les hauts faits embellissent notre histoire. A peine a-t-on conservé quelques unes de ces vastes salles, où se sont formées ces conspirations pour resister à la domination espagnole et plus tard pour s'opposer aux innovations de joseph II. Beaucoup d'entr' elles ont disparu: les murs de quelques autres sont les seuls vestiges, que le temps a épargnés. Cependant ces hôtels élévaient fièrement leurs tours, couronnées d'énormes girouettes, au milieu des modestes habitations plébéiennes, et se faisaient remarquer par leurs façades, sur lesquelles s'étalaient avec orgueil les armoiries de leurs seigneurs. Notre système de tout moderniser les a transformés et modifiés au point, qu'il est impossible de reconnaître aujourd'hui ce qu'ils étaient aux XVIe et XVIIe siècles.’ | |
[pagina 407]
| |
Is. hye geeft, als vervolg der Notice sur les voyages faits en Belgique par des étrangers à différentes époques, de ‘voyage de françois II Duc de Lorraine, dans les Pays-bas Autrichiens, en 1738 - précédé d'une notice biographique sur la personne du Prince et d'un bref aperçu de l'état dans lequel se trouvaient les Pays-bas à l'époque de son voyage. In April 1738 begaf zich françois-étienne, oudste zoon van leopold, Hertog van Lorraine, en van elisabeth, charlotte d'orleans, van Luneville naar Brussel, vertoefde 5 maanden in België, vertrok naar Antwerpen en van daar met een gevolg van zes jagten naar Rotterdam, bezocht 's Hage en keerde, na Engeland bezocht te hebben, in Holland terug; van waar hij door Hanover, Wolfenbuttel en Pruissen te Weenen terugkeerde. De tekst is door belangrijke aanteekeningen toegelicht. Op deze reis volgt: Un mot sur l'histoire de la Belgique, suivi de notices biographiques sur ses grands hommes par casimir henrici. - Essai sur la loi salique van Mr. henry raepsaet te Audenaarde, en de biographie van pater de jonghe, Dominikaner monnik te Gend, 24 October 1749 in den ouderdom van 73 jaren gestorven. Deze de jonghe is, voornamelijk door zijn Goudsche Geschiedenis, ook bij ons bekend. Dit werk is getrokken uit de Kronijk van philippus de kempenare, oorspronkelijk in het Latijn, door Pastoor van male in het Vlaamsch overgezet, en door ph. blommaert, vóór een tiental jaren, uitgegeven. De Schrijver haalt het oordeel van onzen te water, ‘homme plein d'érudition’ (z. Historie der Geref. Kerke te Gent) over het werk van de jonghe en zijne vervolgers, roothaese, Pastoor te Beleese (z. de 2e editie) en leonard de sainte marie (z. de 3e editie) aan, en is het hoofdzakelijk met hem eens; toont de partijdigheid van de jonghe aan en zegt van roothaese: ‘qu'il sut s'éléver quelquefois à des vues dignes d'un historien populaire.’ Leonard de sainte-marie heeft slechts drie- of viermaal iets tusschen den tekst zijner voorgangers gevoegd. |
|