torum Academiae anno MDCCCXLVIII-MDCCCXLIX enarratio. - Lugduni-Batavorum, apud P. Engels. MDCCCXLIX. Octo. maji. pag. 28. f : - 50.
Met de redevoering van Prof. suerman staat die van Prof. rutgers in naauw verband. Men konde aan de laatste geen beter motto toevoegen, dan deze plaats uit de eerste: ‘Behoort het niet tot het kenmerk van het hooger onderwijs in ons vaderland, dat bij hetzelve van het ontstaan der Hoogescholen af, door alle derzelver lotgevallen heen, tot op onzen tijd toe, één vast en onwankelbaar beginsel heeft geheerscht: de vereeniging van alle de wetenschappen tot één geheel? Is dit onwedersprekelijke waarheid, dan zal de vernietiging van dat beginsel, het ontbinden van die universitas scientiarum een terugvoeren zijn tot het eenzijdig beperken van elke wetenschap binnen de grenzen, welke zij bij den tegenwoordigen stand van zaken niet meer gedoogt.’
Gelijk toch, in de redevoering van Prof. suerman, het denkbeeld om eene afzonderlijke geneeskundige school op te rigten, met krachtige betoogredenen, ook aan de ondoelmatigheid eener splitsing der verschillende vakken ontleend, wordt bestreden, zoo strekt de geheele redevoering van Prof. rutgers tot bestrijding van hetzelfde denkbeeld, in den laatsten tijd meermalen geopperd, om die splitsing der vakken van wetenschap ook tot andere dan de geneeskundige uit te breiden. Prof. rutgers bezigt daartoe het krachtige wapen der geschiedenis. Hij toont den oorsprong der Academiën aan, volgt dit spoor door onderscheidene landen, bewijst dat in de voormalige Academiën slechts bijzondere vakken van wetenschap werden onderwezen, dat juist het verband der wetenschappen onderling, reeds vroeger in theorie erkend, later tot de oprigting der zoogenaamde Universiteiten, leerscholen waar de geheele omvang der wetenschappen werd onderwezen, heeft geleid; en hij trekt daaruit dit eenvoudige betoog, dat het weder verbreken van dien band, door de oprigting van afzonderlijke geneeskundige, regtsgeleerde, theologische of literarische scholen, geen vooruitgang, maar achteruitgang zijn zoude.
Wat den titel der Oratio betreft, moeten wij echter ons deze aanmerking veroorlooven, dat het woord universitas niet uitsluitend van zoodanige inrigting gebezigd wordt, waar het onderwijs in alle vakken vereenigd is, maar ook