Dr. burger laat zich daarover niet uit; maar hij wenscht privaat-docenten bij de Academiën toegelaten te zien; waaruit hij edelen naijver wacht, ontwikkeling van den geest, bevordering van de wetenschap, eene oefenschool voor het Professoraat. Geene getuigschriften van gehouden Collegiën meer! De ongenoemde Schrijver durft zoo hoog niet vliegen; want hij spreekt nog van testimonia, in gemoede afgegeven, die het examen zouden kunnen bekorten. Wij zweven liever met Dr. burger in hooger sfeer.
Dr. burger wenscht voorts de Collegiën in de Hollandsche taal gegeven te hebben: wij zouden liever met den ongenoemden Schrijver onderscheiden tusschen de te behandelen onderwerpen. Voor de behandeling der Grieksche en Latijnsche schrijvers komt ons met hem het gebruik der classieke taal meer geschikt voor.
Het spreekt van zelf, dat in het stelsel van Dr. burger het eind-examen onmogelijk door de Professoren-zelve kan worden afgenomen; hij zou tweeërlei examen verlangen, het ééne voor geleerden, het andere voor hen, die de wetenschap als practici willen beoefenen. Misschien zou hij zich met den ongenoemden Schrijver kunnen verstaan, die aan ieder de vrijheid wenscht gelaten te hebben om, des verkiezende, even als thans de Theologanten, met een candidaats-examen zijne Academische studiën te kunnen eindigen.
Beide willen meer voorbereiding in het Academisch onderwijs voor het practische leven; en ieder, die er ondervinding van heeft, zal wel met beiden instemmen, dat thans aan hen, die de Academie verlaten, doorgaans, bij den aanvang van hunnen maatschappelijken werkkring, de handen zeer verkeerd staan.
Zoo hebben wij de voornaamste punten, door beide Schrijvers behandeld, althans oppervlakkig nagegaan. Men ziet, dat er nog vele onderwerpen zijn, waarover zij hunne meening niet te kennen geven. Zij spreken niet over de verbeteringen, in bijzondere vakken van onderwijs daar te stellen; zij roeren de teedere snaar van de opheffing van eene of meer Hoogescholen niet aan. Wij zullen hier hun voorbeeld volgen; welligt doet zich eene andere gelegenheid op, om daarover onze meening kenbaar te maken.
Intusschen bevelen wij de lektuur van de beide aangekondigde geschriften den belangstellenden aan. Er zijn in beide boekjes, maar vooral in het tweede, vele lezenswaardige détails, die wij kortheidshalve met stilzwijgen moesten