te Madras het levenslicht gezien - en tevens door liefde voor Frankrijk aangedreven, wilde zich eene naauwkeurige kennis verschaffen van Britsch-Indië, ten einde haar later aan te wenden tot ontleding van de staatkunde der Britsche regering, en vooral tot bevordering der belangen van Frankrijk. Om dat doel te bereiken trad hij, op raad van den Graaf dupuys, Oud-Gouverneur-Generaal van Fransch-Indië, in Engelsche dienst, en beschrijft in de voor ons liggende boekdeelen zijne reizen, ontmoetingen en lotgevallen, waarna hij een overzigt geeft van den toestand der Engelsche bezittingen in Indië. Het dubbelhartige, om niet te zeggen verraderlijke van dit doel en het daartoe aangewende middel neemt niet gunstig voor den Schrijver in; want hoe men uit een staat- en handelkundig oogpunt ook denke over de reuzenmagt der Britten in Azië, dit is zeker, dat het openbaar maken van vele bijzonderheden, die hunne staatkunde omsluijerd hield, hoogst onvoegzaam is in den man, die, volgens zijne eigene erkentenis, onder 5000 mededingers met eene luitenantsplaats begunstigd werd, (D. I, bladz. 70). Ons ten minste heeft de gedachte daaraan, en dat hij die plaats aannam met het doel, om den spion te spelen, gedurig gehinderd; waardoor de belangstelling in, en het medegevoel bij de lotgevallen van den reiziger aanmerkelijk zijn verzwakt.
Doch afgescheiden van dat denkbeeld, is het een zeer belangrijk verhaal. Gelijk wij reeds aanduidden, bestaat het uit twee hoofd-afdeelingen, waarvan de eerste, het reisverhaal, het geheele eerste, en bijna de helft van het tweede deel omvat. Dit gedeelte behelst een schat van wetenswaardige zaken, doch had op vele plaatsen zonder schade kunnen worden ingekort. Het tweede, van statistieken aard, levert een naauwkeurig overzigt, zoo van het Britsche rijk in Indië in het algemeen, als van het bestuur; de administrative, financiele, regterlijke en militaire instellingen in het bijzonder, doorweven met aanmerkingen over de toekomst der beschreven bezittingen; over de uitbreiding van kennis, zedelijkheid en Godsdienst; over staatkundige betrekkingen, en wat dies meer zij, zoodat men er het onmetelijke Engelsche gebied in het grootste werelddeel, zoo als het in 1843 was en hoofdzakelijk nog is, veel beter uit leert kennen, dan uit vele andere daartoe vervaardigde geschriften. Dat men veel op de geloofwaardigheid van den Schrijver moet laten aankomen, bij mangel van gelegenheid tot onderzoek en vergelij-