De lotgevallen van Margaretha Cathpole, een waar geschiedverhaal. Naar het Engelsch van den Eerw. Richard Cobbold, door C.S. Adama van Scheltema, Predikant te Hoorn. Te Amsterdam, bij P. Kraay, Jr. 1848. In gr. 8vo. VIII en 294 bl. f 3 - :
Dit verhaal doet zien hoe een uitnemende aanleg, wanneer de invloed van ware godsvrucht ontbreekt, niet genoeg is, om den mensch de heerschappij te verzekeren over zich-zelven en hem overwinnaar te maken van zijne driften. Het gemis van vroegtijdige indrukken van Godsdienst maakte de heldin van dit verhaal tot een slagtoffer der dwalingen, tot welke verkeerde neiging en hartstogt leiden kunnen. Het Evangelie echter bragt haar van het dwaalspoor terug, en zij werd een toonbeeld van opregt berouw en zedelijkheid, doch niet, dan langs een' weg van vernedering en zielelijden, voor welke zij hare medemenschen hoopte te beveiligen door vrijheid te geven om hare lotgevallen openbaar te maken. Immers het op den titel geplaatste ‘een waar geschiedverhaal,’ is geene verdichting. De eerwaardige Schrijver beroept zich op de getuigenis van zijne landgenooten in het graafschap Suffolk, bij welke de hier verhaalde feiten nog in geheugenis zijn. Deze waarborgen van echtheid verhoogen de waarde der vrij avontuurlijke lotgevallen die hier geboekt staan. Wij hopen, dat de lezing van dit werk moge strekken tot waarschuwing en behoeding van velen voor de paden van zonde, wroeging en smart, naar welke gebrek aan een' ernstig godsdienstigen zin als van zelf henen leidt.