het begin der levensgeschiedenis vasthecht, die niet wordt afgebroken dan met het einde op bl. 111. Klassiek is het, - maar ook wel eenigzins vermoeijend.
Zie hier, welke de overgang is tot het doel van deze levensbeschrijving: ‘Het is schoon, met eere gekroond te worden, door geene kunstmiddelen in het geheim of in het openbaar verkregen; het is edel, op den voorgrond te staan, indien er geene reden is, waarom men het vreezen moet. Men bega echter den waren weg tot roem. Wat zij, die door blinden naijver worden bestuurd zelden magtig worden, of magtig geworden zijnde niet lang of veilig bezitten, dat zal oefening, een door de wetenschap beschaafd verstand, een eerlijk gemoed, vaderlandsliefde, aan allen die het liever in stilte verdienen dan openlijk er naar dingen, en liever verwachten dan bezitten, als van zelve schenken. Daarvan strekt rutger jan schimmelpenninck tot een schitterend voorbeeld; een man, dien ik, nog jongeling zijnde, uit de gesprekken van de kundigste mannen reeds leerde beminnen, en dien ik later, met mijn' geest volgende wat hij openlijk deed en sprak, niet opgehouden heb te bewonderen. Daarom, toen zijn zoon gerard in de moedertaal over het leven en karakter zijns vaders heeft geschreven, kon dit niemand meer gewenscht komen dan mij, en ik heb niet geaarzeld dat werk, - maar op mijne wijze en naar mijne inzigten, - dadelijk in de Latijnsche taal over te brengen, opdat ik ook naar mijn vermogen den uitstekenden Nederlander vereerde, en aan den vreemdeling toonde, welk een groot man schimmelpenninck was. De bekendheid van zoodanig werk in de Fransche taal geschreven, zoude zich verder uitstrekken; daar de volkeren die taal om strijd huldigen, even alsof zij nooit tot hulpmiddel voor vreemde overheersching verstrekt had. Maar de liefde voor de oude school is nog niet overal uitgestorven; en een man, wiens leven zoo zeer aan het model der oudheid beantwoordde, meende ik, moest op eene dien overeenkomstige wijze worden beschreven. Wanneer een fiere jongelingschap dit aanschouwt, wanneer hare zucht
om hem te leeren kennen door diezelfde schrijfwijze welligt is opgewekt, zal zij uit een grootsch voorbeeld kunnen leeren, naar welke deugden ieder behoort te streven, met welke inborst ieder zijne fortuin moet najagen.’
Wij wenschen van harte, dat dit uitmuntend en op eene onderhoudende wijze geschreven werk, zoo wel in als buiten