bestaan, was er geheel gebrek aan een Handboek, waarin het, voor den werkenden Apotheker zoo hoogst belangrijke werktuiglijke deel van zijne wetenschap met genoegzame duidelijkheid en uitvoerigheid beschreven wordt. Met regt mag men derhalve het denkbeeld van Dr. mohr, om zijne kennis en ondervinding ten nutte zijner kunstbroeders dienstbaar te maken, een gelukkig denkbeeld noemen, en de wijze, waarop hij het heeft uitgevoerd, verzekert hem de opregte dankbaarheid van ieder, wien de bloei van het Pharmaceutische vak niet onverschillig is.
De Schrijver heeft zijn werk in drie Afdeelingen verdeeld. De eerste handelt in 8 Hoofdstukken over de inrigting van de verschillende lokaliteiten, die tot eene goede Apotheek behooren. De tweede bevat 32 Hoofdstukken, in welke de bijzondere werkzaamheden en toestellen beschreven worden. De derde beschrijft in 2 Hoofdstukken de recepteerkunst en het beheer der Apotheek.
Zonder nu den Schrijver op den voet te volgen, willen wij echter met een enkel woord datgene aanduiden, hetwelk ons bijzonder beviel, of waarin wij van hem meenen te moeten verschillen.
Zoo noemen wij als hoogst doelmatig en navolgenswaardig het eerste Hoofdstuk, ‘over de inrigting eener Apotheek,’ waarbij vooral het gedeelte, handelende over de toonbank, allerbelangrijkst is. Hij toch, die bij ondervinding weet, met hoe vele kleine onaangenaamheden en ongemakken men bij het werken aan eene slecht ingerigte toonbank te worstelen heeft, zal met ons den wensch uiten: ‘waren alle Apotheken van zoodanige toonbank voorzien!’
Niet minder belangrijk zijn de volgende Hoofdstukken dezer Afdeeling; hoewel wij niet kunnen ontveinzen, dat het nog al bezwaarlijk zal zijn, om overal de benoodigde ruimte voor eene aldus ingerigte Apotheek te vinden.
In de tweede Afdeeling kunnen wij de Hoofdstukken over den stoomtoestel, de extracten, de pers, distillatie, gas-ontwikkeling en opslorping, het filtreren, en het pulveriseren ten stelligste ter lezing aanbevelen.
Niet minder belangrijk en van algemeene toepassing is het eerste Hoofdstuk van de derde Afdeeling: de Recepteerkunst. Vele en gewigtig zijn de practische wenken en teregtwijzingen hier te vinden. Ten aanzien echter van datgene, wat de Schrijver bij saturatiën aanbeveelt, meenen wij van