Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1849

Tijdschrift ter bevordering van Christelijken zin in Neêrland's Indië. Eerste jaargang. III. IV. Batavia, ter Drukkerij van het Bataviaasch Genootschap. 1847. In gr. 8vo. 171 en 192 bl. f 3-50.

Wij weten niet of de vertraagde ontvangst dezer beide stukken is toe te schrijven aan de minder geregelde uitgave van dit Tijdschrift te Batavia, of aan de vertraagde toezending der exemplaren. Hoe dit echter ook zij, wij verblijden ons, dat zij in het licht verschenen zijn, en trachten door een kort en onpartijdig verslag de waarde van den veelsoortigen inhoud te doen kennen.

Van de hand van Ds. van der meer van kuffeler ontvangen wij hier een klein vervolg op zijne Verhandeling over de Profetiën des Ouden Verbonds, in verband beschouwd met de Evangelische Geschiedenis, en voorts het berigt, dat de Schrijver, op reis naar zijne nieuwe bestemming, verhinderd is, om vooreerst aan dat opstel voort te werken. Wij zullen er ons niet over beklagen, al ware het zelfs, dat hij zich genoodzaakt zag dezen arbeid geheel te staken. Het onderwerp is niet berekend naar zijne krachten. - Dr. buddingh heeft een lezenswaardig opstel geleverd over de vraag: hoe oud zijt gij (Gen. 47:8^b)? waarvan de stijl welligt al te bloeijend is, en: een uitvoerig Onderzoek naar de reden, waarom jezus verboden heeft Hem als den christus openbaar te maken, dat ons belangrijk is voorgekomen. Hij wijst aan, dat die reden niet te zoeken

[p. 52]

is in zekere valsche schaamte, in vreeze voor de Joden, of in besluiteloosheid, maar in loffelijke voorzigtigheid, in nederigheid en bescheidenheid, in het besef van de voortreffelijkheid zijner zaak en in 't vertrouwen op hare deugdelijkheid. - Dr. van hoëvell geeft ons weder een paar Brieven over het lot, dat den Bijbel is te beurt gevallen en over hetgeen hij bewerkt heeft, naar het Hoogduitsch; is begonnen met de voorstelling van eenige Geloofshelden uit de eerste eeuwen van de Christelijke Kerk, waarbij hij gebruik maakt van fr. böhringer, die Kirche Christi und ihre Zeugen, oder die Kirchengeschichte in Biographieën; heeft achtereenvolgens ignatius, polycarpus, justinus en perpetua geschetst, en levert een beknopt verhaal van een bezoek, door hem in 1846 afgelegd onder de Javaansche Christenen te Soerabaija. Wij mogen het niet ontveinzen, dat doorgaans de opstellen van zijne hand zich onderscheiden boven die zijner medearbeiders, en dat hij alzoo zijne meerderheid als Redacteur waardig handhaaft. - Van den Inspector van rhijn is hier geplaatst eene Predikatie over de gelijkenis van de Parel, door hem kort na zijne aankomst uitgesproken in de Willems Kerk te Batavia, en, behalve eene en andere bladvulling, een kort berigt van zijne bezoekreis naar onze Zendingposten. - Van geringe beduidenis kwamen ons voor de gedachten over de vergelijking van den dood met den slaap, door j. scheuer, en die over Opvoeding en Christendom, door D. Maar hoogst belangrijk achten wij het tafereel uit het leven van elizabeth de Heilige, in eene Voorlezing ontworpen door Prof. hofstede de groot en aan dit Tijdschrift welwillend afgestaan. Het is een waar sieraad van den bundel en verdient algemeen gelezen te worden, ook om de echt Christelijke beschouwingswijze, die er in heerscht. - Voorts trekken de berigten omtrent de Protestantsche Kerk in Neêrland's Indië in hooge mate onze aandacht tot zich. Ofschoon vrij onvolledig, bevatten zij toch eene groote menigte van wetenswaardige bijzonderheden. Zij heffen den sluijer op, die den toestand der Protestantsche Christen-gemeente in de Oost pleegt te bedekken, en gewagen tot onze blijd-

[p. 53]

schap van opwekking hier en daar des geestelijken levens.

Met deze beknopte aankondiging van een Tijdschrift, zóó belangrijk en geheel éénig in zijne soort, houde men zich tevreden! Hartelijk wenschen wij, dat het zich handhave en door meer algemeene medewerking op den duur voortgaden Christelijken zin in Neêrland's Indië krachtig te bevorderen. Daartoe moge het den Heer van hoëvell bij zijn vertrek gelukt zijn, de Redactie in handen van een' bekwamen opvolger te stellen, die in werkzamen ijver zijne voetstappen drukke!