Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848
(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijWijzen en dwazen.
In 't Land der Blinden Eenöog Koning.
'k Betwijfel deze spreuk wel zeer,
Sinds ik dat LandGa naar voetnoot(*) heb gâgeslagen,
Want dáár regeren er veel meer!...
Maar nog fautiver is 't beweren,
Dat in 't Krankzinnigengebouw
Der zotten tal in weinig weken
Een derde meer bedragen zou.Ga naar voetnoot(†)
‘Gebeterden’ moet men hier lezen;
‘Krankzinnigen’ is een abuis:
Want heel Parijs (wie kan 't weêrspreken?)
Is immers één groot Gekkenhuis!
En mogt die lezing de echte wezen,
(Wien is de wensch niet wellekom?)
Dan nam niet het getal der dwazen
Maar dat der wijzen toe alom.
O mogt dat cijfer steeds vergrooten,
In Duitschland even als Parijs,
Dan kon Euroop zijn Dolhuis sluiten,
Dan wierd het waarlijk vrij en wijs!
|
|