blijf te Madrid moest hij den Koning alle avonden vier aria's van hasse voorzingen. Onder de geschenken, welke hij ontving, was het in diamanten gevatte portret des Konings, welks waarde men op 2000 carolinen schatte. Ook bij de volgende Koningen ferdinand VI en karel III stond fabinelli in de hoogste gunst. De eerste rigtte naar een door hem ontworpen plan eene Opera op, en benoemde hem tot directeur daarvan. In 1761, te ond om meer in het openbaar te zingen, keerde hij, nu in het bezit van een ontzettend groot vermogen, naar Bologna terug, bouwde zich, in de nabijheid dier stad, een fraai landhuis, en leefde er in eene door letterkunde en muzijk veraangenaamde rust tot in het jaar 1782, als wanneer de dood hem den 15den September van deze wereld riep. Behalve zijnen roem als kunstenaar, was broschi of farinelli iemand van uitstekende braafheid en zeldzame bescheidenheid. Hiervan heeft vooral zijn gedrag aan het Spaansche hof de zekerste bewijzen geleverd. Nimmer, bij voorbeeld, heeft hij aldaar de uitnoodiging der Grandes
aangenomen, om aan hunne tafels te spijzen; de uitstekende genade van drie Koningen bezigde hij alleen tot nut van hulpbehoevenden, en vergat in den omgang met anderen nooit, dat hij slechts een zanger en vroeger zelfs een arme zanger was. Zijn beste vriend gedurende zijn laatste verblijf te Bologna was de waardige Pater martini, wiens grootere kunde in de eigenlijke kunst der muzijk hij erkende, en dien hij het eerst tot het schrijven van zijn bekende werk Storia della Musica bewoog. Daar martini de hiertoe vereischte letterkundige hulpmiddelen niet bezat, kocht farinelli hem de volledigste muzikale bibliotheek, in welke de kostbaarste en zeldzaamste werken bevat waren, en verwierf dus, al was zulks dan ook slechts middellijk, nieuwe verdiensten ten aanzien der kunst. Hij bezat verscheidene voortreffelijke klavierïnstrumenten, welke hij, zonderling genoeg, naar de namen der meest beroemde schilders genoemd had, zoodat het eene raphaël, het andere corregio, een derde titiaan, een vierde guido enz. heette. Inzonderheid echter hield hij zich in den laatsten tijd zijns levens met de Viola d'amour bezig, op welke hij het tot groote kunstvaardigheid gebragt had. Belangrijk is ook te zijnen opzigte nog het oordeel van martinelli; deze zegt van hem in de Lettere familiare e critiche: Farinelli had eene stem, die met zijne gigantische figuur (hij was lang en mager van gestalte) overeenkwam, daar zij den gewonen omvang bijna een octaaf te boven ging en daarbij volkomen zuiver en klinkend was. Daarenboven bezat hij zoo vele theoretische kundigheden, als men zich met eenige mogelijkheid door het onderwijs van eenen porpora kan eigen maken, en spoedde met ongehoorde vlijt steeds verder op
den weg, dien bernacchi met goeden uitslag betreden had, tot dat hij de afgod der Italianen en van geheel de muzikale wereld werd.