len, en dien men gaarne bij zijne wandelingen volgt. Wat hem eigenaardig kenmerkt, is de rijkdom van historische herinneringen, die hij medebrengt en overal mededeelt. Bij vroegere gelegenheden waren het vooral ook volksoverleveringen en verhalen, waarmede hij zijne reisbeschrijvingen stoffeerde: hier zijn het meer bepaald geschiedkundige feiten, door wier herinnering hij aan zijne schildering van de bezochte plaatsen leven bijzet. Het doel van zijnen togt was, een stoomtogtje naar Parijs te doen, en vandaar zuiden noordwestelijk de spoorweglinie te volgen, tot zooverre deze in de eerstgenoemde rigting is voltooid, en de laatste op het Kanaal stuit. Van Keuten gaat de reis over Brussel naar Parijs. Frankrijk's hoofdstad werd vroeger door engelen bezocht, en leverde hem toen de stoffe op voor een soortgelijk reisverhaal; wij vinden hier dus ook geen volledig overzigt van het merkwaardige dezer wereldstad, maar bezoeken toch onder zijn geleide deze en gene belangrijke inrigting, doen onderscheidene uitstapjes naar St. Denys, St. Germain, Versailles, Fontainebleau, Montereau enz. en vinden overal in hem een' aangenamen en onderhoudenden gids, die door zijne beschrijvingen zoowel, als door zijne herinneringen, onze aandacht weet te boeijen. Hij
doet daarop eenen togt met den spoorweg naar Rouaan en Hâvre, keert naar Parijs terug, om andermaal per spoorweg, naar Orleans, Blois en Tours te vertrekken, en snelt vervolgens langs denzelfden weg terug, om over België en Keulen zich weder huiswaarts te spoeden.
De lezing van dit boek maakt op sommige punten een' zonderlingen indruk. Het reisje werd in 1847 gedaan, het boek kort daarop geschreven en ter perse gelegd, en was afgedrukt toen de laatste revolutie uitbarstte. Hoe veel is er veranderd, in de denkwijze der menschen en in de wezentlijkheid, in den korten tusschentijd, die er verloopen is tusschen dit uitstapje en de uitgave van het werk! Onwillekeurig zou de toon hier en daar geheel anders zijn geweest, zoo de Februarijdagen het schrijven of drukken dezer bladen waren voorafgegaan; maar des te merkwaardiger komt ons thans de mededeeling voor van de indrukken, zoo weinig