ging hij in dit gedeelte zijner erfenis aan het snuffelen, maar vond er in het begin zeer weinig, dat de moeite waard was te bewaren. Doch eindelijk viel hem een net geschreven handschriftje in het oog, dat het opschrift Travel to Boggdhufz voerde, en, bij nadere inzage, van den geestigen reiziger lemuel gulliver bleek te zijn. Het is slechts een gedeelte, dat er, helaas, van bewaard is gebleven; want het scheidt er plotseling te midden van eenen volzin uit. Alle pogingen van den uitgever, om het vervolg van dit belangrijk reisverhaal te vinden, zijn vruchteloos geweest, zoo als ook om de redenen op te sporen, die swift, den Engelschen verzamelaar van gulliver's Reizen, genoopt hebben, dit reisavontuur niet onder de andere van den onvermoeiden zwerver op te nemen, waarover deze zich ook in het begin van dit Reisjournaal zeer verwondert.
Wij zullen, om het genoegen der lezers niet vooruit te loopen, geen droog verslag geven van hetgeen hier met de bekende naïve geestigheid en natuurlijke eenvoudigheid, aan gulliver zoo eigen, verteld wordt, evenmin als wij ons in aardrijkskundige onderzoekingen verdiepen willen, waar eigenlijk het land der Boggdhufz gelegen is, of wat oord der bewoonde aarde hier bedoeld wordt. Wij hebben te vergeefs dezen welluidenden naam in de voornaamste aardrijkskundige woordenboeken gezocht; zoodat het nu zeker is, dat hierdoor eene lang onbekend geblevene landontdekking aan het licht is gekomen.
Het is echter bekend, dat gulliver, onder den vorm van een eenvoudig reisverhaal, wel eens toespelingen op de staatkundige gesteldheid van Engeland in zijnen tijd, maakte, want hij moet in het geheel niet van een' satirieken geest ontbloot geweest zijn. Wij weten niet, of zulks ook met dit fragment het geval moge zijn geweest. Wij zouden daar haast aan twijfelen, en daardoor misschien de reden kunnen gissen, waarom swift dit onopgesmukt reisjournaal niet bij de andere togten van gulliver opnam.
Bij eene oplettende lezing van het tafereel der zeden en gewoonten der bewoners van het land der Boggdhufz kwam het ons voor, dat, door eene verwonderlijke speling van het toeval, veel op de gesteldheid van ons vaderland in dezen zoo belangrijken en kritieken tijd van toepassing zou kunnen gemaakt worden; iets, waaraan voorzeker gulliver,