Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848
(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDr. Rovius, in en buiten praktijk, onder gezonden en kranken. Tooneelen uit het leven van den Geneesheer ten platte lande, naar eene veeljarige ondervinding geschetst. Met Platen. Iste Aflevering. Te Schoonhoven, bij S.E. van Nooten. 1848. In gr. 8vo. 80 bl. f :-75.Niettegenstaande het min of meer bespottelijke en valsche daglicht, waain de stand van den plattenlands-heelmeester wel eens gesteld wordt, is ongetwijfeld die stand zeer nuttig, en wordt vooral in ons vaderland dikwijls door mannen bekleed, die, meestal verstoken van de hulp en den raad van ambtgenooten, geheel op zichzelven staan, en juist daardoor hunne scherpzinnigheid en handigheid oefenen en in juiste taal en praktische bekwaamheid den gepromoveerden doctor somtijds overtreffen. Tooneelen uit het leven van den Nederlandschen Geneesheer ten platte lande kunnen, wanneer zij goed opgeschilderd zijn, zeer veel belangrijks bezitten voor de beoefening zoo wel van menschenkennis in het algemeen, als voor de uitbreiding der kennis van de deugden en gebre- | |
[pagina 573]
| |
ken, der vooroordeelen en ook van het huiselijk en maatschappelijk leven van onzen landaard. Bezit ons publiek het, uit het Engelsch overgebragte, Dagboek, of brokstukken uit het Dagboek van eenen Geneesheer, de arbeid van Dr. rovius kan niet geacht worden overbodig te zijn; want, het idé moge uit genoemd dagboek of uit een dergelijk werk ontleend zijn, de thans door ons aangekondigde tooneelen zijn oorspronkelijk en behooren zoo geheel in Nederland te huis, dat, indien zij zelfs met veranderde namen op buitenlandschen bodem werden overgebragt, zij de Nederlandsche kleur en beelden zouden behouden. Daarenboven de arts, die er zich van bewust is, dat de verpligtingen, die op hem rusten, groot van omvang en zwaar zijn, en die deze verpligtingen zoo naauwkeurig toont te kennen als de Schrijver van deze tooneelen, en de gave bezit om zoo treffend naar het leven te schilderen, dien achten wij bevoegd om zijne bijdragen te leveren tot bevrediging van den steeds levendigen leeslust van het publiek. Meermalen, onder anderen bij het bezoek van de leden der provinciale geneeskundige commissie ten huize van den geneesheer, bij de beschrijving van zijnen eersten patient en van den predikant des dorps, hadden wij er op het oog, van welke het gold: Mutato nomine de te fabula narratur.Ga naar voetnoot(*) Met zeer veel genoegen beschouwden wij de hier geleverde schetsen uit het bedrijvige leven van den plattelandsgeneesheer, en achten deze tooneelen in allen deele geschikt om den lezer eenig denkbeeld te geven van de velerlei schakeringen aan deze loopbaan eigen. Het is daarom, dat wij de gunstige ontvangst van deze aflevering, en dus de voortzetting van dezen arbeid, van harte wenschen. |
|