schen beoefenaars van hetzelfde vak van wetenschap of kunst, ook vooral in eene wisseling van denkbeelden en onderlinge mededeeling van inzigten en ervaring, die ons uit den gewonen kring van eenzijdige beschouwing op het vrije veld der algemeene waarheidsliefde verplaatsen kan. Om echter tot stellige uitkomsten te geraken en niet te ontaarden in de doodende vormen van een Genootschap, moeten zulke bijeenkomsten een zeer juist bepaald en niet al te ruim doel hebben, of, zoo zij zich een ruimer veld kiezen, in onderscheidene sectiën of afdeelingen gesplitst worden. Elk, die jaarlijksche vergaderingen van een onzer nog talrijke geleerde Genootschappen een of meermalen bijwoonde, weet, dat de schaduwzijde dier vergaderingen vooral bestaat in het moeten aanhooren van Rapporten over onderwerpen, die men niet verstaat, en het hooren spreken en oordeelvellen over zaken van een bepaald vak van studie door personen, die, hoe bekwaam ook anders, over die zaken eigenlijk geen eigen oordeel hebben kunnen. Die aanmatiging wordt aanstekelijk: men hoort anderen een gevoelen uitbrengen over onze wetenschap, en nu meent men ook wel te mogen medespreken over onderwerpen, die de hunne betreffen. Bedriegen wij ons niet, dan is dit ook in het eerste Landhuishoudkundig Congres min of meer het geval geweest. Het Verslag van dat Congres althans verplaatst ons, door eene naauwkeurige opgave van tgeen elk, naar het hem inviel, adviseerde en sprak, somtijds op
eene zeer aanschouwelijke wijze in eene vergadering, waar het noemen van een woord bijkans genoeg is om aan hem, die het uitsprak, eene commissie te doen opdragen, waartoe hij, volgens den aard zijner bijzondere studie of hoofdbezigheid, eigenlijk ongeroepen was. Het noodzakelijke van sectien te vormen is door den Baron van ittersum op het tweede Congres te regt ter sprake gebragt, hoezeer de vergadering daaromtrent geene beslissing genomen heeft. - Het tweede Congres moet, volgens het Verslag, niet altijd even belangrijk als het eerste geweest zijn. Men had minder tijd tot vrije discussie door het voorlezen der lange Rapporten, waaronder dat over de afschaffing der Tienden, hoe belangrijk ook, hoogst vermoeijend moet geweest zijn om aan te hooren. 't Verwondert ons dan ook niet, op den laatsten dag der bijeenkomst een voorstel te hooren, om in het vervolg de Rapporten niet meer te doen voorgelezen.
Het Landbouwkundig Congres heeft zijnen oorsprong te