scheiden. Het zonderlinge dezer positie heeft iets piquants. En gedurende dat jaar nu worden de gewaande echtgenooten door huiselijke tooneelen nu van elkander nog verder verwijderd, dan weder aan elkander nader gebragt, tot dat alles in een gelukkig, wezentlijk huwelijk eindigt. Der anders kiesche Schrijfster is D. I, bl. 80: Zij rilde op het denkbeeld, enz., eene uitdrukking ontsnapt, die zeker anders gemeend is, dan zij zal opgevat worden.
Gustaaf Lindorm heeft meer leven en handeling. Van de zijde der kunst heeft hij evenwel het gebrek, van hetwelk een Jaar vooral ook niet vrij is, en dat ons in de meeste Romans van flygare carlén hindert, de langgerekte zamenspraken, waarbij ieder somtijds eene geheele bladzijde achtereen het woord voert. De Vertaler heeft zich van zijne taak goed gekweten; kleine onachtzaamheden zag hij of de corrector over het hoofd: zoo vonden wij ergens (maar verzuimden het aan te teekenen) over zijnen tijd beslissen, voor: beschikken; en ik vergeef u, voor: ik vergeet u.
Van eene, zoo ver wij weten, bij naam niet bekende Schrijfster is:
De Vrouwen. Door de Schrijfster van: de Vriendinnen, de Nichten enz. II Deeltjes. Te Zaltbommel, bij J.P. Croll. 1847. In kl. 8vo. 275 bl. f 1-20.
Een goed geschreven verhaal van regt zedelijke strekking, welks goedkoope en kleine uitgave tot eene verzameling behoort, waardoor de uitgever reeds meerder schriften verkrijgbaarder heeft gemaakt. Het groot 8vo formant is dan ook voor zulke petite lecture, in ons oog, minder doelmatig, dan een zoo goedkoop en klein boeksken.
Wij maken het elftal vol met:
De Familie Beaufort, of nacht en morgen in het menschelijk leven. Naar het Engelsch van e.l. bulwer. III Deeleu. Tweede Druk. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1848. Post 8vo. 758 bl. f 4-80.
De herdruk - eene zeldzaamheid bij zulk soort van schriften - bewijst het vertier van deze geestvrucht des veel gelezen Engelschmans. Wij hebben bij den eersten druk het werk gunstig beoordeeld, en behoeven dezen dus slechts aan:te kondigen.
En als aankondiging laten wij ook slechts gelden, wat wij van dit elftal schreven. Voor beoordeeling zou het al te oppervlakkig zijn. Maar die is hier ook minder noodig. Wij zouden er ook in langen tijd nog geen plaats voor hebben.
Boekbesch. No. VII. bl. 282. reg, 18. leze men: ullmann.
Meng. No. VII. bl. 346. reg. 17. leze men: 1816; en op de laatste bladzijde van den Omslag, reg. 5: 'k Was, in plaatse van: 't Was.