De biddende Christen, of Verzameling van Gebeden, bijeengebragt door W.D. Grommé. Op nieuw uitgegeven, veranderd en vermeerderd door J. Tichler, Theol. Doct. en Pred. te Leyden. Te Leyden, bij C.C. van der Hoek. 1847. In gr. 8vo. 235 bl. f 2-40.
Er wordt verschillend gedacht over het gebruik van Formuliergebeden en Gebedenboeken. Zeker is het kinderlijk gebed, opgeweld uit de volle ziel en van de lippen als uitgestort, Gode meest welgevallig. Maar ook den vèrgevorderden Christen, wien het goed is nabij God te zijn, ontbreekt het tot zulk bidden wel eens aan de regte stemming des gemoeds. En wat zal dan de eerstbeginnende, weinig ontwikkelde of misschien verachterde? Daarom keuren wij het niet af, dat er Gebedenboeken worden uitgegeven en gebruikt. Wèl ingerigt, zijn het gepaste hulpmiddelen, zoowel bij de huiselijke godsdienst, als bij den verborgen' omgang met God, om het hart te verlevendigen en te verheffen en ons te leeren bidden. Zij zijn als krukken voor den kreupele: wie genezen is en vast staat, werpt ze van zich.
Zoo nuttig goede Gebedenboeken zijn, zoo uiterst moeijelijk is het, ze te vervaardigen. Onder de vroeger en later uitgegevene vindt men vele onbruikbare. Sommige bevatten meer redeneringen, in den vorm eener toespraak tot God, dan eigenlijk gezegde dankzeggingen en gebeden. Andere blijven in algemeene denkbeelden hangen, zonder af te dalen tot het meer bijzondere. Verreweg de meeste zijn koud en langdradig, in plaats van hartverheffend en beknopt, of werken het lijdelijke Christendom in de hand, of bevorderen de sleur der gewoonte, zonder op te leiden tot een aanbidden in geest en in waarheid. In één woord, goede Gebedenboeken zijn zeldzaamheden.
Het verblijdt ons, dat wij aangaande bovengenoemde Verzameling van Gebeden, uitgegeven door Dr. tichler, goede getuigenis kunnen afleggen. Wij zouden, om den arbeid, door hem daaraan besteed, te waarderen, de tegen-