Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848
(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEene Badkuur in het Zuiden van Frankrijk. Geschiedkundige en plaatselijke herinneringen. Naar het Hoogduitsch van J. Venedey. Iste Deel.Ga naar voetnoot(*) Te Groningen, bij C.M. van Bolhuis Hoitsema. 1847. In gr. 8vo. 291 bl. f 2-90.De naam badkuurGa naar voetnoot(†) geeft de aanleiding tot de reis, door den Schrijver uit Londen naar het zuiden van Frankrijk gedaan, te kennen. De auteur nam echter, als beoefenaar der geschiedenis, de gelegenheid waar, welke de verpoozing van zijnen gewonen arbeid hem schonk, om van de door hem bezochte landstreken geschied- en oudheidkundige berigten mede te deelen. In zoogenaamde reisavonturen is het verhaal niet zeer rijk, des te merkwaardiger echter door de reeds vermelde bijzonderheden over een gedeelte van Frankrijk, hetwelk niet altijd door de gewone touristen bezocht wordt, daar deze, en zelfs diegenen onder hen, die hunne reis beschrijven, dikwijls er zich mede vergenoegen, uit hun vaderland naar Parijs heen en weder te zijn gevlogen; terwijl integendeel onze reiziger, van Parijs af zijne badreis beginnende te beschrijven, reeds te Lyon vertoeft en hetgeen hij opmerkt mededeelt. Zoo ook gaat hij te werk omtrent Nimes, Montpellier, Cette en Perpignan, en wijdt een geheel hoofdstuk aan de geschiedenis van Roussillon, als ook aan de Oost-Pyreneën-lucht en het Catalaansch volksleven; terwijl meer dan de helft van dit eerste deel loopt over Languedoc, de | |
[pagina 312]
| |
geschiedenis van Toulouse, de Romeinen, de Gothen in Toulouse, de Carolingen en de Hertogen van Aquitanië, de Graven van Toulouse, de Albigenzen, Languedoc onder de Koningen van Frankrijk, en het hedendaagsche Toulouse. In zijne schilderingen leidt de Schrijver voet voor voet den weg, dien hij zelf gegaan is. De geschiedenis en het tegenwoordige, de ernst des levens en het spel der luim, groot en klein, geluk en ongeluk - gelijk zij hem op zijnen togt bejegenden - zijn boek is het spiegelbeeld van deze indrukken. Dit getuigt de auteur zelf van zijn werk; en daar wij hem hier leeren kennen als een' man van oordeel en smaak, en die vertrouwd blijkt te zijn met de bronnen der geschiedenis, rangschikken wij dit werk gaarne onder de zoodanige, door welker overbrenging in onze taal aan onze lezende landgenooten eene aangename dienst is bewezen. |
|