toen een deel des Keizerrijks, belang had? Van den anderen kant vragen wij ook: behoort het Concordaat, in Julij 1801 door Frankrijk met den Paus aangegaan, wel op die dagteekening te zijn opgenomen, en hadden de belangrijke punten niet liever moeten worden medegedeeld op Junij 1827, toen dat Concordaat ook op de Noordelijke Provinciën werd toegepast en dus eigenlijk voor ons vaderland pas begon te bestaan? Waar en zoo als het nu staat, heeft het met de traktaten, ons land betreffende, niets te maken.
Nog ééne aanmerking, en wij eindigen. Wij vinden hier een aantal traktaten of overeenkomsten, waarbij enkel op het Staatsarchief of het Archief van het Ministerie van buitenlandsche zaken wordt gewezen. Van zulke traktaten was het dubbel noodig geweest een uittreksel mede te deelen, omdat zij niet voor het algemeen toegankelijk zijn. En juist bij deze vindt men doorgaans niets opgegeven, dan het onderwerp, waarover zij handelen, terwijl er daaronder misschien wel zijn, die nadere toelichting hadden verdiend. Heeft de Heer van dijk hiertoe de vrijheid niet kunnen erlangen?
Wij bevelen, ten slotte, dit boek gaarne allen aan, die in dergelijke studie belang stellen, en wenschen, dat de verzamelaar zich door dergelijke studiën moge vormen tot een' bekwaam staatsman, van wien het vaderland goede diensten mag verwachten.