welvaart niet al te zeer bij onze vooruitgaande naburen achter te staan.
Zoo iemand, dan was de Heer fromberg, door zijne vooraf verkregen natuur- en scheikundige kennis en zijn later verblijf bij den verdienstelijken johnston te Edimburg, uitnemend instaat, van deze verzamelde kennis en ondervinding, te midden van welligt het beste landbouwkundige distrikt, dat er thans bestaat, zijne beschouwingen en mededeelingen dienaangaande openbaar te maken. Het aangekondigde geschrift moet evenwel, volgens de meening van den Schrijver, niet zoozeer als leidraad voor bovenstaande wetenschappelijke ontwikkeling worden beschouwd, maar is veeleer bestemd tot proeve eener kalme en beredeneerde voorstelling van datgene, waaraan onze Landbouw in meerdere of mindere mate behoefte heeft, en van de middelen, die tot verbetering van denzelven verkieslijk schijnen. Naar ons oordeel is de verdienstelijke Schrijver hierin volkomen geslaagd, door namelijk eerst het verband aan te toonen, hetwelk er tusschen de Natuurkundige Wetenschappen en den Landbouw bestaat; vervolgens eenige der op kennis en ervaring gegronde middelen tot verbetering van onzen Landbouw op te geven, en eindelijk te doen zien, dat en welke voorbereidende en medewerkende middelen er noodig zijn, om ook den landbouwersstand meer en meer te verlichten, en zoo zijne nuttige kunst dien rang, hemzelven die achting te bezorgen, waarop beide eene billijke aanspraak hebben.
Aan allen, die belang in deze nuttige kunst stellen, en, bij het verkrijgen van eigen voordeel, waarlijk den bloei en de welvaart van het vaderland bedoelen, wordt dit werk dringend ter lezing aanbevolen.