volgens de letter van het Bijbelsche Geschiedverhaal, vinden wij eene aanwijzing van het Godewaardige van Gods handeling met den Aartsvader, en later, als ter toepassing, eene herinnering van de omstandigheden, waarin en waardoor ook onze gehoorzaamheid dikwerf beproefd wordt, en van de redenen, waardoor wij tot betooning van gelijke gehoorzaamheid gedrongen worden. Bedriegen wij ons niet, dan zal wel, naar het doel des Schrijvers, de kracht dezer Leerrede in het Apologetisch gedeelte gezocht moeten worden. En toch is het juist dat gedeelte, wat aan de kritiek de meeste stof oplevert. Want de lezing daarvan heeft de overtuiging bij ons verlevendigd, dat zoodanige Apologiën op den kansel hoogst moeijelijk en aan vele bedenking onderhevig zijn. Wat bij voorbeeld niemeijer in zijne karakterkunde niet mogt voorbijgaan, is daarom nog niet in eene kerkelijke Leerrede op zijne plaats. Wij weten niet, of er in de Gemeente van Nieuwenhoorn menschen gevonden worden, die de twijfelingen tegen den letterlijken zin of tegen de waarheid van het bijbelverhaal kennen en voor zichzelven overnemen; maar wij gelooven niet, dat zoodanig iemand op deze wijze tot andere overtuiging geleid zal zijn geworden; en veelmeer vreezen wij, dat de overige hoorders door den indruk van bedenkingen, die hun nieuw en vreemd waren, meer geschokt, dan door de oplossing en beantwoording versterkt zullen zijn geworden in hun geloof. Althans wij houden het daarvoor, dat het minder gevaarlijk is, de waarheid van het verhaal, zonder verdediging te veronderstellen, of de gronden van verdediging, ter meest geschikte plaats, met weinige woorden zaam te vatten, dan een deel der Leerrede opzettelijk daaraan toe te wijden. En daarenboven, zoo wij meenen met zoodanige verdediging te moeten optreden, dan vooral mag de redenering geene plaats voor tegenbedenking overlaten. En hier echter vindt zij gereedelijk plaats, wanneer de Vader der
geloovigen beschreven wordt, als die zich altijd betoond heeft, een bedaard, koel overleggend man te zijn, wat toch wel iets anders is, dan de kalme rust en grootheid van ziel, welke zich in het leven van abraham openbaren.