Een woord aan Neêrlands Jongelingschap op den dag van hare meerderjarigheid. Door een' Leeraar opgedragen aan zijnen jeugdigen Vriend. Te Gouda, bij G.B. van Goor. In gr. 8vo. 19 bl. f :-25.
Eene even verstandige als gemoedelijke toespraak, van blijvende waarde voor allen, die achtervolgelijk den drieentwintigjarigen leeftijd zullen bereiken. Waken, bidden, arbeiden, hiertoe worden de jongelingen opgewekt, niet alleen in hun tijdelijk, maar ook in hun eeuwig belang. Wij wenschen dit boekje in veler handen, en inzonderheid, dat het door ouders en voogden, als een aandenken,