Ref. duidt hun dit niet ten kwade; want het sic vos non vobis is ook weer op hen van toepassing. De Heer magnin intusschen is een ferme werkbij. Gebruik makende van de hem aangebodene gelegenheid, heeft hij zijnen vroegeren arbeid vermeerderd met ongeveer honderd bladzijden, zoo ter verbetering van vroegere misstellingen, als ter vermeerdering, door mededeeling van, weleer niet gekende, feiten. Op deze wijze zijn er nevelen verdreven en leemten aangevuld geworden. Voor de wetenschappelijke gebruikers heeft alzoo de eerste editie in waarde verloren; doch dit zegt weinig, bij het praktische nut, dat zij er van hebben. De geschiedvorscher evenwel zal zich beklagen over het gemis van een register; want, ten gevolge hiervan, zal hij nu meermalen moeten bladeren, ten ware hij zelf een register mogt hebben gemaakt bij de eerste lezing. Trouwens zonder aanwijzing veroorlooft de Heer magnin zich uitstapjes, bij welke de draad wordt afgeknipt, zonder dat het dadelijk blijke, waar de einden op nieuw moeten worden te zamen gehecht. Men zie den excurs bl. 121-135 over het klooster de Wijk, en bl. 136-164 over Meppel. Alles komt thans onder de hoofdrubriek: het Klooster of de Abdij te Dihninge; maar Meppel is hier een hors d'oeuvre, en de Havixhorsten hadden afzonderlijke vermelding verdiend.
Intusschen bevelen wij, zelfs met alle vrijmoedigheid, den arbeid des Heeren magnin, als een meer dan alledaagsch werk, allen beoefenaren der Nederlandsche oudheden in onze meer noordelijke gewesten aan, met de verklaring tevens, dat meermalen ook voor anderen 's mans arbeid onmisbaar zal kunnen zijn.