mondbury, op het afgelegen kasteel der Hertogin glenallen, gevoelt men, met de Schrijfster, de waarde van godsdienstige beginselen; en zij, die door losbandigheid zichzelve een onaangenaam leven ook bij den grootsten uitwendigen voorspoed bereiden, een willerame, een almondbury en anderen, hebben dat, omdat zij zedeloos zijn. Voorts is er eene groote natuurlijkheid van teekening in, die leven geeft aan personen en voorvallen. Men neme eens de goedhartige, maar in de fatsoenlijke wereld geheelenal onbedrevene Mrs. buxton,
die NB.! eenen Pair laat kiezen uit eene menigte sjerpen, ten einde hem een ander lint te bezorgen in plaats van zijne, te haren huize met soep bemorste ridderorde; de gierige Mrs. jefferson met hare ongemanierde kinderen, en meerderen. Overdreven is echter de haat van fraser tegen de familie zijner vrouw, en vooral die ijdele malloot, Lady caldersfoot, wier bespottelijkheid onwaarschijnlijk, ja onmogelijk is. Verbeeldt u, zij houdt zich voor de eerste Romanschrijfster van Engeland, het hoofd der letterkundige wereld. Te Dover verneemt zij, dat een leesbibliotheekhouder slechts éénen van hare Romans heeft, omdat niemand er meer begeerde, en die ééne is ook niet eens te vinden, hoewel de ijdele Schrijfster den logementhouder had gedwongen aan de autoriteiten kennis te geven van hare aankomst, hopende op eene schitterende ontvangst. Te Parijs neemt zij het als eene groote beleefdheid op, dat de Prins van joinville hare afbeelding geschikt zou achten voor een beeld op een scheepsboeg! In een paar stekelige dagbladen naar verdienste ten toon gesteld, drukt zij ten hove hare bekommering uit, dat de Engelschen zich dat als eene nationale beleediging zullen aantrekken, en dit eenen oorlog veroorzaken, waarop de Koning, zoo als zij het noemt, een' sterken aanval van hoest krijgt, zoodat Z.M. den zakdoek voor den mond moet houden, waarin hem, zoo hoffelijk noemt de Lady de hovelingen, allen volgen! Kortom, het ontbreekt evenmin aan grappige, als aan ernstige tooneelen, en Ref. heeft van de Gravin nog geen roman gelezen, die hem zoo beviel als deze, behalve eenigzins de Gouvernante, die min of meer in denzelfden smaak is.
De vertaling is goed; eenige kleine abuizen zullen wij daarom laten passeren. De uitvoering verdient lof; maar het ééne steendrukje?....