Met een aantal andere tot vrijen handel, tariefshervorming enz. betrekkelijke werken en vlugschriften, zijn ook de bovenstaande, na eene beredeneerde verhandeling, aangekondigd door Mr. n. olivier, in de Themis voor 1847, 8ste jaargang, No. 3, nu onlangs uitgekomen. Daarnaar, en voor zoo veel als reeds door ons, bij de beoordeeling der werken van den Heer elink sterk en anderen, gezegd is, meenen wij eenvoudig te mogen verwijzen, ten einde niet onszelven en anderen te herhalen. Het is bekend, hoe het stelsel van den vrijen handel, 'twelk in de Redevoeringen, die de Heer de graaff vertaald heeft, door een aantal beroemde mannen aangeprezen wordt, steeds in dit Tijdschrift is gehandhaafd; en de zoogenaamde wederlegging der gevoelens van het Handelsblad en van den Hoogleeraar den tex door eenen ongenoemde, zijnde het tweede hier aangekondigde stukje, heeft Referent wel niet van gevoelen doen veranderen.
De namelooze bestrijder van bijna alle vermaarde Staathuishoudkundigen vraagt onder anderen, bl. 6: ‘Hoe stelt het dan de pachter in een' tijd als de tegenwoordige en de twee jongstverloopene jaren, waarin hij zeker niet meer dan een vierde van eene gewone schoof heeft kunnen inzamelen, wanneer hij nu ook nog dit weinige tot eenen lagen of middelmatigen prijs moet afstaan? wat schiet hem dan over, en wat staat hem dan te wachten?’ - Maar in de twee jongstverloopene jaren is immers overal duurte geweest. Ook zonder eenigen invloed van schaalregten, en al ware uit- en invoer in ons land volkomen vrij geweest, zou men hooge prijzen hebben gemaakt. De boerenstand heeft juist in de laatste jaren veel gewonnen. Achterstallig gewordene pachters hebben hun te kort aangezuiverd en het nieuw vervallene voldaan. Mogt het zijn, dat sommigen het niet konden houden, staat dan niet elk beroep voor verliezen bloot, zoo wel als voor winsten? En daar de grondeigenaar zoo min van den eenen als van den anderen pachter meer kan krijgen, dan in evenredigheid staat tot de opbrengst der akkers, zal deze zich dan eens, in eenig nadeelig jaar, met eenigzins lager gestelde huurprijzen moeten vergenoegen. Doch zal nu alles tot eene gekunstelde hoogte moeten worden opgedreven, en, ten koste van den duur brood etenden ambachtsman, zoo hoog moeten worden gehouden, opdat toch de grondbezitters niet genoodzaakt