Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848
(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 23]
| |
baren stijl ingekleed, de wederlegging van vele staatshuishoudkundige dwalingen, die niet alleen in Frankrijk, maar ook in ons vaderland voor onomstootelijke waarheden gehouden worden. Dat de nijverheid, de landbouw, de koophandel niets bij eene ongestoorde vrijheid van verkeer lijden, integendeel dat zij daardoor alleen kunnen bloeijen, wordt er voldingend in aangetoond. Dat verbodswetten, beschermende regten, represailles slechts een schijnbaar en oogenblikkelijk voordeel, maar wezentlijk een algemeen en lang voortdurend nadeel toebrengen, wordt er op eene geestige wijze in bewezen. Bestonden deze hinderpalen nergens, het onderling verkeer der volken zou nog grooter zijn dan thans en de schaarschte en duurte, die tegenwoordig heerschen, zouden ophouden of althans spoediger gelenigd worden. In Frankrijk, waar men de wieg der staatshuishoudkundige wetenschap moet zoeken, heerschen nog de meeste vooroordeelen tegen hare eerste en duidelijkste grondbeginselen. Maar hoe lang duurde het ook niet in Engeland, het vaderland van adam smith, eer men aan diens leerstellingen gehoor gaf! In Nederland was het, en is het nog, een voortdurende strijd tegen of voor de verbodswetten en beschermende regten, tusschen de handeldrijvende en landbouwende provinciën gevoerd. De afschaffing der graanwet heeft velen nog niet van hare schadelijkheid en ondoelmatige strekking overtuigd. De val en uitdrooging van vele fabrieken, die hier te lande door kunstmatige middelen, door premiën en voorschotten moesten staande gehouden worden, heeft sommigen nog niet van het vooroordeel der nuttigheid van beschermende belastingen op den invoer genezen. De Heer Mr. w.r. boer heeft door de welgelukte vertaling van het werkje van den Heer bastiat een verdienstelijk werk verrigt, en veel, dat er in voorkomt, is geheel ook op ons land toepasselijk. Hij zou het echter door eene omwerking voor zijne landgenooten nog verstaanbaarder hebben kunnen maken; want er komt toch veel locaals in, dat alleen op Frankrijk van toepassing is of eene geheel Fransche kleur draagt. Voor sommige leden uit de Kamer | |
[pagina 24]
| |
der Gedeputeerden zouden wel die uit de tweede Kamer onzer Staten-generaal te kiezen geweest zijn, en voor de namen van Fransche staatshuishoudkundige Schrijvers, wel Nederlandschen zijn te vinden geweest; de voorbeelden, uit Frankrijk aangehaald, waren gemakkelijk door Nederlandsche te verwisselen, de stof is hier ruim voorhanden, en dan had voorzeker de lezing van dit geschrift meer geboeid en algemeen meer bevallen. Zoo als het echter daar ligt, kunnen wij het evenwel aan allen, die belang in den bloei van handel en fabrieken stellen of hierbij een onmiddellijk belang hebben, ten volle ter lezing en overdenking aanbevelen; zij zullen hier menige waarheid leeren, of duidelijker leeren inzien, en menig vooroordeel, dat zij tot nog toe voor een onbetwistbaar staatshuishoudkundig axioma hielden, in deszelfs ware gedaante, als een misbegrip of oppervlakkige meening, en dus eene dwaling, zien verschijnen. Hoezeer de verlichting in alle vakken toeneemt, bestaan er, vooral in de staatshuishoudkunde, een aantal drogredenen, die veel schijn van gegrondheid bezitten, doch die bij eene nadere beschouwing al hare waarheid verliezen; men maakt zich door derzelver gepaste bestrijding bij de maatschappij verdienstelijk, en men heeft hierdoor aanspraak op den dank van allen, die in den bloei van handel en nijverheid belang hebben en stellen. |
|