Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1848
(1848)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijKlinische ervaringen, gewonnen in de Koninklijke poliklinische inrigting der Hoogeschool te Berlijn. Door Dr. Eduard Henoch, Assistent bij de voornoemde inrigting, en uitgegeven door Dr. Maurits Hendrik Romberg, gewoon Hoogleeraar in de Geneeskunde en Director van bovengenoemde inrigting. Met twee Platen. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen en Zoon. 1846. In gr. 8vo. 247 bl. f 2-50Ga naar voetnoot(*).Het werk, van hetwelk wij de Hollandsche vertaling aankondigen, draagt op den titel den naam van iemand, die in de geneeskundige literatuur te gunstig bekend is, dan dat eene eigenlijke aanprijzing noodig zoude zijn. Aan Dr. romberg, toch zijn wij hoofdzakelijk de meer physiologi- | |
[pagina 11]
| |
sche behandeling der zenuwziekten verschuldigd, en men kan zeggen, dat hij in dit gedeelte der geneeskundige wetenschap, hetwelk vroeger geheel door de empirie werd beheerscht, een nieuw leven heeft gebragt. Klinische ervaringen, onder de leiding van zoodanig iemand gedaan en door hem uitgegeven, kunnen wel niet anders, dan aan de eischen eener rationele geneeskunde voldoen; het was te verwachten, dat men in dezelve overal strenge toepassing van de physiologische waarheden op de diagnostiek zoude aantreffen. Doch bij de doorlezing van het aangekondigde werk zal men zich niet alleen in dit opzigt bevredigd vinden; ook de therapie, welke het hoofddoel van den praktische geneesheer moet zijn, tot welks bereiking eene zorgvuldige diagnostiek slechts hoofdmiddel is, en waarover toch desniettemin in de meeste waarnemingen, welke in den lateren tijd publiek zijn gemaakt, met oppervlakkigheid wordt heengeloopen, wordt hier met de meeste zorgvuldigheid behartigd. Dr. romberg zelf legt naar waarheid in zijne voorrede de volgende getuigenis aangaande zijn werk af: ‘De volgende bladen bevatten klinische ervaringen, die uit de aanteekeningen over de zieken naauwgezet zijn zamengesteld, om getuigenis af te leggen van mijn streven, het physiologisch beginsel in de waarnemingen tot rigtsnoer te nemen, en om eenige therapeutische waarheden algemeen te verspreiden, aan welke wij nog in een veel grooter aantal behoefte hebben.’ Deze ervaringen zijn niet in de eigenlijke kliniek, maar in de dus genoemde polikliniek verzameld, d.i. in eene kliniek buiten het gasthuis. Eene zoodanige polikliniek heeft vele moeijelijkheden, welke in eene stationaire kliniek niet worden aangetroffen. ‘In het geheel worden de waarnemingen bemoeijelijkt en veelal gebrekkig door het gemis van een opzigt der [over de] zieken, zoo als dit in een gasthuis met de oppassing gepaard gaat. Daarentegen munt de polikliniek door andere eigenschappen uit, waarvan het nut niet te miskennen is. Niet alleen, dat men in dezelve het begin van vele ziekten en de wijze, waarop zij elkander opvolgen, leert kennen, maar het is ook van belang, dat men ligte en voorbijgaande aandoeningen kent, die men in de praktijk immers het meest | |
[pagina 12]
| |
ontmoet, en achter welke men in onze dagen zoo vaak reusachtige en gevaarlijke toestanden zoekt. Terwijl het in het gasthuis alleen de ziekte in den mensch is, die den leerling boeit, leert hij hier den mensch in de ziekte kennen. De groote invloed der hartstogten en vooroordeelen, die zich in de hut zoowel als in het paleis doet gelden, onthult zich, en het zien van eenen gevaarlijken lijder wekt vroegtijdig die menschelijke rigting op, die, mits zij niet in huichelarij en schijnheiligheid ontaardt, de harde loopbaan van den arts verzoet en verligt.’ Wij hebben de bovenstaande woorden van den Schrijver, vooral ook daarom in hun geheel overgenomen, omdat zij zoo juist den geest, welke in het werk doorstraalt, kenmerken: tot de bron van het lijden door te dringen, ten einde dit lijden, hoe onbeduidend het ook moge schijnen, weg te nemen, is het doel, hetwelk de schrijver zich overal voorstelt; hiertoe moet niet slechts een objectief onderzoek van den lijder, maar ook het nasporen van zijne vita ante acta, van zijn huiselijke omstandigheden enz. dienen. Hierdoor worden zijne waarnemingen niet slechts op zich zelve belangrijk, maar ook als voorbeelden, welke de arts zich ook in het praktische leven ter navolging kan voorstellen. Het is uit dien hoofde, dat wij elken praktikus het werk van romberg dringend aanbevelen; het heeft voor hem niet slechts een voorbijgaand nut, zoo als met zoovele wetenschappelijke werken het geval is, die als 't ware slechts het uitvloeisel zijn van het tegenwoordig standpunt der wetenschap, doch na verloop van eenige jaren grootendeels hunne belangrijkheid hebben verloren; maar deze klinische ervaringen zullen steeds hare waarde blijven behouden, omdat er geene theoriën in worden gehuldigd, maar alles op zuivere studie der natuur berust. Het ligt buiten ons plan, eene uitvoerige opgave van den inhoud van het door ons aangekondigde boek te geven. Wij zouden gevaar loopen, of een dor geraamte van een onderhoudend werk te leveren, hetwelk weinig ter lezing zoude uitlokken, óf in eene te groote uitvoerigheid te vervallen, welke weinig met den aard van een tijdschrift, hetwelk hoofdzakelijk aan letterkunde is toegewijd, zoude strooken. | |
[pagina 13]
| |
Daarenboven heeft reeds een onzer beste geneeskundige TijdschriftenGa naar voetnoot(*) in het vorig jaar, korten tijd na het verschijnen der oorspronkelijke editie, eene uitvoerige en naauwkeurige opgave medegedeeld van den rijken inhoud van het voor ons liggend werk. Een voornaam gedeelte van hetzelve is toegewijd aan de ziekten van het zenuwstelsel (bl. 1-97) en het is vooral daar, dat wij de physiologie op de pathologie vinden toegepast: het ligt in den aard der zaak, dat dit gedeelte con amore is bewerkt. Intusschen is ook aan de volgende gedeelten (ziekten van het bloed bl. 98-144, ziekten der spijsverteringsorganen, bl. 145-171, ziekten van de organa urinaria et generationis, bl. 172-185, ziekten van de ademhalingswerktuigen, bl. 186-210, ziekten van den toestel der circulatie, bl. 211-217, ziekten der huid, bl. 218-247.) niet minder zorg besteed en menig belangrijk geval is ook aldaar opgeteekend. De behandeling kenmerkt zich steeds door groote eenvoudigheid en door het streng volhouden aan de eenmaal volgens goede gronden gemaakte indicatie; alle stelselzucht wordt ook hier vermeden. Als voorbeelden halen wij de drie door den Schrijver medegedeelde gevallen van morbus Brightii aan: Hij brengt deze ziekte tot de bloedziekten en wendt in deze overtuiging dan ook in twee dezer gevallen het Joduretum ferri aan, beide malen met goed gevolg; doch deze beschouwing van den aard der ziekte hield hem niet terug, om in een ander geval van albuminurie, waar de verschijnselen' voor eenen inflammatoiren toestand der nieren pleitten de antiphlogistische geneeswijze in het werk te stellen, welke dan ook met een gunstig gevolg werd bekroond. Zoo ook was bij de behandeling der huidziekten het opsporen der oorzaak het voorname doel, en menig hardnekkig geval werd, nadat door een zorgvuldig onderzoek de oorzaak was opgespoord, langs eenen zeer eenvoudigen weg genezen: maar hierom verzuimde de Schrijver niet, om in die gevallen, waar het onmogelijk | |
[pagina 14]
| |
was, eene zoodanige, diepergelegene oorzaak te ontdekken, van die middelen gebruik te maken, van welker nut hij door eene zekere empirische kennis was overtuigd geworden. - Twee weluitgevoerde platen zijn aan het werk toegevoegd; zij stellen geene anatomisch-pathologische preparaten voor, welke anders doorgaans de medegedeelde klinische waarnemingen versieren, maar portretten van twee lijders, bij welke de ziekelijke veranderingen vooral aan het gelaat voorkwamen: het een is dat van eene vrouw, bij welke de geheele linkerzijde van het aangezigt geätrophieerd was, terwijl de regterzijde in den normalen toestand verkeerde; het ander dat van eenen lijder aan lepra Arabum tuberculosa (elephantiasis), welke beide gevallen in het werk zelf uitvoerig worden medegedeeld. De vertaling is over het algemeen zeer goed geslaagd, zij laat zich vloeijend lezen en geeft getrouw den zin van het oorspronkelijke terug. Enige germanismen herinnerden ons nu en dan den Duitschen oorsprong van het werk, zoo als vermist, erger voor hartzeer. apoplectische haarden, ziektehaard, p. 114 een officier, die vooraan in de dertig was, p. 126 een paar dozen rheum, voor doses, bl. 232 geestige verrigtingen enz. Op bl. 117 lezen wij: ‘Ofschoon er in dit geval belangrijke veranderingen aan de blaas gevonden werden;’ volgens het voorafgaande zouden wij meenen, dat er ‘in de nieren’ moest staan; welligt dat dit eene schrijffout in het oorspronkelijke is, welke ook in de vertaling is overgegaan; uit den zin is het, dunkt ons, duidelijk, dat hier niet van de blaas, maar wel van de nieren kan gesproken worden. - Wij eindigen onze aankondiging met den wensch, dat de klinische ervaringen van romberg niet onder de menigte van vertalingen, waarmede onze geneeskundige literatuur tegenwoordig wordt overstroomd, mogen vergeten worden. S. |
|