lucht hun ligchaam oefenen. Van den 5 April tot den 10 October moeten zij dit elken ochtend drie uren lang doen, en wel van 5 tot 8 ure, doch van den 10 October tot den 5 April elken ochtend twee uren, te weten van 7 tot 9 ure. Deze levenswijs moeten zij zeven jaren lang na mijnen dood volhouden, en executeuren moeten zich daarvan op verschillende tijden geheel onverwacht de zekerheid verschaffen. Slechts in het geval eener bewezene, zich niet door onmatigheid op den hals gehaalde ziekte zijn mijne neven van deze verpligting ontslagen; zoodra zij hersteld zijn, moeten zij echter weder daarmede voortgaan. Willen zij dit niet doen, zoo moeten zij van mijn vermogen geen penning bekomen.’ Naar allen schijn heeft de testateur in der tijd de Makrobiotiek (de kunst om lang te leven) van hufeland, in het oorspronkelijke of in eene overzetting, ijverig bestudeerd; welke groote geneeskundige, op de verstandigste gronden, zoo zeer tegen het lange slapen ijvert.