Het vertelseltje van Don Juan.
Over de Don Juan-Sage levert ons j. scheible, in zijn geschrift: Doctor Johannes Faust, de volgende geschiedkundige mededeeling: ‘Don juan tenorio, uit een beroemd geslacht der zoogenoemde vierentwintig te Sevilië, bragt, op zekeren nacht, den Kommandeur ulloa om het leven, nadat hij diens dochter met geweld geschaakt had; de Kommandeur werd in het klooster San Francisco bijgezet, waar zijne familie eene kapel bezat; deze kapel en het standbeeld van den Kommandeur werden omstreeks het midden der achttiende eeuw door brand vernield. De Franciskaners, die reeds lang aan Don juan's euvelmoed perk hadden willen stellen, (want zijne hooge geboorte beschermde hem tegen gewone regtsvervolging) lokten hem, op zekeren nacht, onder een valsch voorwendsel, in het klooster, en beroofden er hem van het leven, daarbij tevens het gerucht verspreidende, dat Don juan het beeld van den Kommandeur in de kapel gehoond, en door hetzelve naar de hel gesleept was.