maal afbrandde; in 1772, den 11 Mei, de onde schouwburg te Amsterdam; in 1817, op den 29 Julij, de schouwburg te Berlijn; den 6 Januarij van het jaar 1826 die te Birmingham; in hetzelfde jaar, den 2 April, de schouwburg te Philadelphia; 14 Januarij 1823 het hoftheater te München; 14 December 1823 het stadtheater te Grätz; 30 September 1824 de schouwburg te Este; 14 Maart 1825 de schouwburg te Petersburg; acht dagen later die te Weimar; 19 Februarij 1826 die te Bucharest; op den 14 Maart van dat jaar het Cirque Olympique te Parijs; in 1838, den 15 Januarij, de groote Opera in diezelfde hoofdstad; den 18 Augustus van het jaar 1843 het Koninklijk Operahuis te Berlijn; den 25 April 1846 de voor 300,000 franes verzekerde schouwburg te Avignon; in 1847, op den 2 Februarij, het Stendentheater te Pesth, en den 28 Februarij van dat jaar het hoftheater te Karlsruhe.
Hoeveel intusschen voorzigtigheid en goede maatregelen vermogen, kan blijken uit het voorbeeld van den tegenwoordigen schouwburg te Amsterdam. Dit gebouw, schoon slechts bijna geheel van hout zaamgesteld en oorspronkelijk bestemd om, als hulptheater, tot op het daarstellen van een ander uit hechtere stoffen, te dienen, heeft nu, zonder ongeluk van brand, omtrent tachtig jaren gestaan. Overigens kan ook, tot lof van den bouwmeester en geruststelling van het publiek, gezegd worden, dat het, ondanks den langen tijd van zijn bestaan, nog volkomen hecht is.