| |
| |
| |
Panama, Nieuw-Grenada en het ontworpen kanaal tusschen de beide zeeën.
Panama, die Spaansche stichting uit de zestiende eeuw, de prachtige havenstad van eenen tijd, die voorbij is, vertoont thans niets meer dan de schaduw van hetgeen zij eenmaal was. Hare huizen en gedenkteekenen verkruimelen in puin, haar voorkomen is somber, hare inwoners schijnen de wachters van een onmetelijk graf, of, eigenlijker, schijnen half sluimerende te verbeiden, dat eene weldadige magt leven en beweging aan hunne stad teruggeve.
Ruim en grootsch gebouwd, werd Panama langen tijd als eene van de schoonste bezittingen der Spaansche kroon beschouwd, en langen tijd ook heeft het den bloeijendsten welstand genoten. Toen nog Zuid-Amerika's handel door middel der beroemde galjoenen uit den tijd van filips II en diens opvolgers gedreven werd, was Panama een hoofdstapelplaats voor Europa, Azië en Amerika; eene vrijhaven nam er de vaartuigen uit alle oorden der wereld in hare wateren op. Gedurende dit tijdvak, dat bijna tweehonderd jaren duurde, wiessen de rijkdom en heerlijkheid der stad tot in het oneindige, en de bevolking, van jaar tot jaar toenemende, verhief zich tot een half millioen zielen. Destijds noemde men Panama met volle regt de Koningin van den Stillen Oceaan. Thans heeft zich dit alles veranderd: op rijkdom is armoede gevolgd, Panama's handel is in het niet verzonken, en het getal zijner inwoners gaat bezwaarlijk 8000 te boven. Sedert 1740 begon de welvaart der stad, die alstoen haar toppunt bereikt had, met snelle schreden te verminderen. Te dier tijd namelijk werd door een' algemeenen maatregel het genot der handelsvrijheid, in welks uitsluitend bezit tot nogtoe Panama alleen geweest was, ook aan de overige havens van Zuid-Amerika medegedeeld. Van toen af werd de aan het verval gewijde plaats door de koopvaarders niet meer bezocht; zij verstrooiden zich langs alle havens der kust, en, door den handel verlaten, zag de stad ook allengskens hare nijvere bevolking versmelten, zoodat zij sedert een aanwezen heeft voortgesleept, welks krach- | |
| |
teloosheid met elken dag toeneemt, en thans eerlang daaraan een eind moet komen, hetzij ten goede hetzij ten kwade.
Ondertusschen heeft zich, nu ruim twintig jaren geleden, eene gedenkwaardige gelegenheid opgedaan, om aan de stad haar vorig aanzien en bloei terug te geven. Het was in 1825; bolivar, de hedendaagsche hervormer der nieuwe wereld, keerde als overwinnaar uit Peru terug, en had het denkbeeld opgevat, om te Panama een algemeen Congres aller volken van Amerika bijeen te roepen. Hij noodigde de Zuid-Amerikaansche Republieken uit, om afgevaardigden naar deze vergadering te zenden, ten einde men, in het belang der beschaving, langs eenen vreedzamen weg, omtrent zekere hoofdbeginselen van het onderlinge volkenregt mogt overeenkomen. Hij wilde, dat zulke zamenkomsten geregeld om de zeven jaren zouden plaats vinden, ten einde men er, als in den boezem van een gemeenschappelijk gezin, omtrent de belangen dier Staten mogt beraadslagen, die eerst zoo onlangs voor de vrijheid en de nieuwere staatsinrigtingen geboren waren. Dit voortreffelijke denkbeeld bleef echter zonder vrucht. Brazilië, Peru, Buenos-Ayres, door burgeroorlogen verscheurd, konden aan den wensch van den Bevrijder niet voldoen. Het Congres, dat zich, vol goede bedoelingen, vereenigd had, ging weder uiteen, zonder een besluit genomen te hebben, en Panama, dat voor hetzelve gastvrij zijne poorten had geopend, dat op bolivar's stem voor een oogenblik als ontwaakt was, viel terstond daarop in zijnen, sedert drie vierde deelen eener eeuw reeds durenden doodslaap terug.
Eenige jaren later deden gebeurtenissen van eenen anderen aard zich op, die de gedaante der zaken en den vorm der regering in dit wereldoord veranderden. In het jaar 1831 splitste zich Columbia, hetgeen tot nog toe een' eenigen overgrooten Staat had uitgemaakt, in drie van elkander onafhankelijke gewesten: de Republiek Nieuw-Grenada, met Santa Fe de Bogota tot hoofdstad, Ecuador, met de hoofdstad Quito, en Venezuela, met Caraccas. Deze be- | |
| |
langrijke verandering gebeurde niet dan onder tallooze worstelingen en gevechten, ten gevolge waarvan het nogtans aan elk der genoemde Gemeenebesten gelukte, zich te constitueren; maar het moeitevol verheffen hunner nationaliteit uit den toestand van hulpbehoevende kindschheid kon slechts ten koste des handels, der nijverheid en der kunsten en wetenschappen geschieden, die toch den breeden grondslag van den bloei aller volken uitmaken.
In de wisselkans dezer gebeurtenissen viel Panama, uit hoofde zijner geografische ligging, aan den Staat Nieuw-Grenada ten deel; het werd de hoofdplaats van het departement der Landëngte, voor welke het ook buitendien ontegenzeggelijk het voornaamste punt is. Panama is op een klein schiereiland aan den noordelijken oever der golf gebouwd, die met de stad een' gelijken naam draagt, en wordt door een paar eilanden gedekt, die vóór hetzelve uit zee oprijzen. Zijne reede is ruim, maar gevaarlijk wegens de stormen uit het noorden, die hier nimmer rusten, en uit hoofde der gronden, daar de zee hier de noodige diepte niet heeft. Dit gebrek belet groote schepen, te Panama binnen te loopen, en dwingt ze, op een' afstand van ongeveer twee kilometers, bij de eilanden Perico en Flaminco ten anker te gaan, waar zij hunne waren lossen.
Gelijk al de steden, die aan de Spanjaarden der zestiende eeuw haar ontstaan te danken hebben, is Panama, onder de albeheerschende werking der godienstbegrippen van dien tijd, in de gedaante van een kruis gebouwd. In het middenpunt der stad ligt een groot plein, waarop welig gras groeit, en dat overigens met puin en bouwvallen overdekt is, die grootendeels van een aloud Jezuiten-collegie afkomstig zijn, een ontzettend groot, tegenwoordig aan het verval prijs gegeven gebouw.
De kerken, als ook de meeste overige gestichten, zijn van steen gebouwd; het zamenstel daarvan is zeer hecht, en de bouworde, aan welke men een bepaald karakter niet ontzeggen kan, schijnt de voorbeelden van Grenada en Sevilla in aandenken te willen doen blijven. Onder de merkwaardigste dier gebouwen is de hoofdkerk, de kerk van San
| |
| |
Antonio, en het uitnemend fraaije gasthuis; een groot aantal kloosters heeft zijnen tijd overleefd, doch ofschoon de gebouwen nog staan, zijn de bewoners afgetreden; slechts een eenig vervult nog zijne vrome bestemming. Het bevat eene broederschap, die het geloof, maar ook de begrippen der middeleeuwen bewaard heeft, en aan den afgelegen oever der Stille Zuidzee het laatste spoor van het godsdienstig en staatkundig absolutismus der filipsen van Spanje schijnt te zijn.
Panama splitst zich in twee deelen, in de boven- en in de benedenstad. De laatste, aan welke men de benaming van el Varal gegeven heeft, wordt bijna uitsluitend door Negers bewoond. Deze ongelukkigen leven er in armzalige huisjes van hout en stroo, in naauwe, morsige, ongezonde straten. De huizen der bovenstad zijn van steen gebouwd en hebben over het algemeen een zeer fraai voorkomen; alle zijn van een groot balkon voorzien, op hetwelk de bewoners, wanneer de hitte van den dag voorbij is, frissche lucht komen scheppen. De straten van dit gedeelte der stad zijn zindelijk en regt, doch doodsch. In verscheidene daarvan heeft men kleine winkels, die bijna ledig zijn en slechts nu en dan door een' eenzamen voorbijganger aangegaapt worden.
De inwoners van Panama zijn over het algemeen genomen goedaardig, maar niet zeer gezellig of spraakzaam. Slechts zelden verlaten zij hunne woningen, en zij brengen het grootste gedeelte van hunnen tijd met slapen of rooken door. De vrouwen zijn schoon, van een zacht karakter, maar traag. Geheele dagen lang ziet men haar op de balustraden harer balkons leunen en met hare donkere oogen den kronkelenden rook haren eigaretten volgen. Ook wanneer zij uitgaan, bedekken zij hare hoofden niet, en laten over nek en rug hare overschoone zwarte haarlokken golven.
In de zeden heerscht eene alles te boven gaande ongebondenheid: de meeste inwoners versmaden het, in geregelden echt te leven. Daar Panama noch nijverheid noch handel bezit, is het geld er uiterst schaarsch, en het weinige, dat rondloopt, oefent een bijna oppermagtig gezag.
| |
| |
Het is niets ongewoons, ouders, wier dochters het vaderlijke huis verlaten hebben, om met den een' of anderen verleider te leven, te hooren zeggen, dat hunne kinderen nu verzorgd zijn. Vreemdelingen, die in het land komen, en die er in den regel steeds voor rijk gehouden worden, zijn het voorwerp van allerlei oplettendheden, en vinden op deze wijs de gemakkelijkste gelegenheid, om zich te verzorgen. De kortstondige duur dezer wijs van zich te verzorgen schrikt de vrouwen niet in het geringste daarvan af; en evenwel moet men haar het regt doen, dat zij den man, door wien zij gekozen zijn, meestal zeer getrouw blijven.
De stad biedt geenerlei soort van tijdverdrijf aan, noch bals, noch schouwburgen, noch gezelschappen. De eenige muzijkinstrumenten, welke men er kent, zijn de guitar en de tamboerijn. Twee piano's, oude invaliden uit eenen lang verstreken tijd, laten nu en dan hunne ontstemde toonen onder de vingers van den een' of anderen pas ontscheepten Europeër vernemen. En nooit, sedert den tijd van Panama's grootsten luister, is het rollen eener koets in de straten dier stad gehoord; muilezels en een paar paarden is alles, wat in de uitgestorven stad en op hare wandelplaatsen gezien wordt.
Behalve de inboorlingen en de Zwarten, bestaat Panama's bevolking voornamelijk uit Spanjaarden, Portugezen, Engelschen en Franschen. De laatsten drijven inzonderheid handel met parels, die het aanmerkelijkste uitvoersartikel der Republiek uitmaken.
Het klimaat is in Nieuw-Grenada zoo heet niet als in de overige deelen van Zuid-Amerika. Bij de grootste hitte wisselt er de temperatuur af tusschen 82 en 86 graad van fahrenheit. Van de maand December tot het begin van Junij is het weder onvergelijkelijk schoon. De lucht is rein en helder; geen wolkje verdonkert den hemel. In Julij beginnen de onophoudelijke regens van het wintersaizoen. Ondertusschen komt er dan nog eene tusschenpoos van omtrent eene maand lang; men noemt die den zomer de la San Juan (het St. Jans-Zomertje). Gedurende dien
| |
| |
tijd houdt de regen op, en de lucht wordt weder helder.
De inwoners van Panama zijn bijzonder vroom en streng gezet op al wat de uiterlijke plegtigheden der godsdienstoefening betreft. Den geestelijke, el padre, behandelt men met grooten en opregten eerbied, en onderwerpt zich gaarne aan zijn, op aartsvaderlijke wijs geoefend gezag. De Bisschop van het stift, een meer dan tachtigjarige grijsaard, wordt door geheel de bevolking bijna aangebeden. Opmerkelijk is een der godsdienstbedrijven, dat men de doodenprocessie noemt, en hetwelk door zijne wonderlijke feestvertooningen de zeden en gewoonten van vroegere eeuwen herinnert. Elken zaturdag trekken des nachts vrouwen, grijsaards en kinderen de hoofdkerk uit en door de straten der stad, met brandende waskaarsen in de handen, en psalmen zingende tot aandenken aan de dooden, als ook hymnen ter eere der Madonna. Het gezigt van dien stoet, die langzaam, bij maneschijn en sterrengeflikker, de stille, eenzame stad doorkruist, met den eerwaardigen Bisschop en diens geestelijkheid aan het hoofd, is treffend. Dit nachtgebed, dat de geliefde dooden, die in hun graf, en de levenden, die in slaap liggen, met gelijke innigheid omvat, heeft een schoon en aandoenlijk denkbeeld tot grond.
Het bestuur van Panama, dat tevens ook het bestuur van geheel de provincie der landëngte is, bestaat uit een' gouverneur, een' politieken chef en een' militairen kommandant, die tweehonderd man troepen onder zijn bevel heeft. Dit is genoeg tot het beschermen en in toom houden eener bevolking van 100,000 zielen. De regterlijke magt wordt gevormd door de regtbank van eersten aanleg, die slechts uit een' eenigen regter bestaat, door het opperste geregtshof, Corte major, dat uit twee regters zaamgesteld is, en door het hof van cassatie, dat zijne zitplaats te Bogota heeft.
De wetten des lands zijn zeer zacht; diefstal komt zelden voor, en de doodstraf is bijna onbekend. De behandeling der slaven is vaderlijk; nimmer hoort men iets van die onmenschelijkheden te hunwaarts, die de schande van andere Amerikaansche gewesten zijn. Overigens vermindert er de
| |
| |
slavernij met elken dag, en de tijd is niet meer verre, waarop zij geheel en al verdwenen zal zijn. In het jaar 1821 heeft de Republiek Columbia den Negerhandel verboden, en de vrijheid afgekondigd van alle slaven, welke zich, in den strijd tegen Spanje, bij de natie verdienstelijk gemaakt hebben, als ook die van alle slavenkinderen, die na de eerste onafhankelijkheidsverklaring geboren zijn. Deze onderscheidene besluiten zijn ook door de drie gedeelten, waarin het Gemeenebest zich later gesplitst heeft, gehandhaafd geworden.
Nieuw-Grenada, van hetwelk Panama eene der voornaamste steden is, werd door de Spanjaarden voor de eerste maal in het jaar 1510 bezocht. Ettelijke jaren later, in 1536, werd het door twee beroemde gelukzoekers, benalzar en fuezada, veroverd; destijds werd het in het Spaansche rijk ingelijfd, en in 1547 tot een Kapitein-schap-generaal verklaard. Daar intusschen zijne belangrijkheid en rijkdom van dag tot dag aangroeiden, werd het in 1718 door het moederland tot een Vice-koningrijk verheven. Omtrent eene eeuw later, toen de Spaansche koloniën tegen de kroon in opstand kwamen en hare onafhankelijkheid eischten, stak Venezuela, onder bolivar's aanvoering, het eerst in dit gedeelte der nieuwe wereld de vaan der vrijheid op; Nieuw-Grenada volgde Venezuela's voorbeeld, en beide de provinciën moesten verscheidene jaren lang de vreeselijkste worstelingen tegen de Spaansche legers volhouden. Toen bolivar eindelijk, in 1817, eene glorierijke zege op morillo, den beroemdsten van Spanjes Generaals, bevochten had, besliste zulks de van nu af gevestigde onafhankelijkheid der opgestane provinciën. Zij vormden te zamen eenen nieuwen Staat, waaraan zij den naam van Republiek Columbia gaven, ter nagedachtenis van christophorus columbus, wiens kolossaal genie den weg naar deze landstreken voor de volken van Europa geopend had. Zoodra het nieuwe Gemeenebest geconstitueerd was, koos het met eenparige stemmen den Generaal bolivar tot President, en vereerde hem tevens bij decreet met den naam van den Bevrijder. De Spanjaarden, genood- | |
| |
zaakt Columbia te ontruimen, weken naar Peru;
bolivar vervolgde hen ook naar dat land tot in de ontoegankelijkste bergstreken, en dwong hen almede het Peruaansche rijk te verlaten.
Deze nieuwe voordeelen behaald hebbende, keerde de President als overwinnaar in Columbia terug, doch vond dat land reeds aan den burgerkrijg ter prooije; in zijne afwezigheid had Generaal paez den standaard van het oproer opgestoken. In plaats van zijne krijgsmagt tegen den ouden wapenbroeder te gebruiken, koos bolivar den weg der overreding, en paez gaf zich over.
Toen naderhand boosheid en laster tegen bolivar de aanklagt verhieven, dat hij naar het koninklijk gezag stond, legde hij het dietatorschap, waarmede men hem bekleed had, neder. Alsnu beriepen de wijzen van den Staat een algemeen Congres naar Ocagna, met oogmerk om, ten behoeve van bolivar, eene algemeene, eenparige betuiging van vertrouwen te doen geven. Bolivar liet zich door het smeken dier vergadering bewegen en nam het presidentschap der Republiek andermaal op zich. Weldra nogtans openbaarden zich nieuwe blijken van tweedragt en barbaarschheid, en vervulden zijne ziel met verontwaardiging en moedeloosheid. Een zijner krijgsmakkers, santander, die hem, gedurende zijnen roemrijken togt naar Peru, als Vicepresident in het bewind vervangen had, werd later, als schuldig aan zamenzwering tegen de Republiek, met verscheidene zijner eedgenooten ter dood veroordeeld. Bolivar verzachtte santander's straf en veranderde die in ballingschap, doch liet de overige veroordeelden doodschieten. Beide deze besluiten deden bij een groot gedeelte der bevolking ontevredenheid ontstaan. Middelerwijl stond Venezuela tegen de vereeniging met Columbia op, scheidde zich van dien Staat om een afzonderlijk Gemeenebest te vormen, en benoemde paez tot zijnen President. Al deze gebeurtenissen gingen bolivar zeer ter harte. Hij had zijnen medeburgeren de vereeniging steeds met nadruk aanbevolen; en daar hij nu eene stugge, onbuigzame oppositie tegen zich zag werken, beriep hij in Januarij 1830 een
| |
| |
nieuw Congres, en legde daarin, voor de laatste maal, de hooge ambten, welke men hem had toevertrouwd, plegtiglijk neder. Toen eerst zag de natie de volle grootte in van het verlies, dat zij stond te lijden; het Congres smeekte hem eenstemmig, het gezag weder te aanvaarden. Ditmaal echter weigerde hij het standvastig, en verliet met een hart vol droefenis, om er nimmer weder terug te keeren, die zelfde stad Bogota, welke hem hare hoopvolle wedergeboorte te danken had. Hij week naar een landhuis te San Pedro, niet verre van San Marthe, en stierf er, den 17 December 1830, in den ouderdom van slechts 45 jaren, door verdriet en ziekte weggerukt. Het Congres koos joachim mosquera tot President, een eerlijk en wakker man, die ettelijke maanden later aan de verbrokkeling van het zoo hoopvol Gemeenebest deelnam. De verdeeling van Columbia in drie afzonderlijke Republieken, waartoe Venezuela het sein gegeven had en welke het nog vóór bolivar's dood had doorgezet, kwam eerst in het jaar 1831 volkomen tot stand.
Nieuw-Grenada is in een der meest bevoorregte deelen van Zuid-Amerika, tusschen den Atlantischen en den Stillen Oceaan, gelegen. Het grenst aan Ecuador en Venezuela, en heeft Mexico, Brazilië en Peru tot rijke naburen. Het klimaat is er over het algemeen gezond; de grond, die vruchtbaar en van verscheidenerlei gesteldheid is, brengt suiker, koffij, cacao, indigo, katoen, tabak, vanille, kina enz. voort. Jammer slechts, dat het getal der bevolking met de uitgestrektheid des lands in geene verhouding staat, en, gelijk in al de Staten van dit werelddeel, ontbreken ook hier aan den grond de armen, welke dien bebouwen moeten. Nieuw-Grenada's regeringsvorm is republikeinsch; de Senaat en de kamer der Vertegenwoordigers oefenen, als Congres, de wetgevende, en een President, die om de vier jaar verkozen wordt, de uitvoerende magt. De inkomsten van het Gemeenebest bedragen, door elkander genomen, twee tot drie millioen pesos in het jaar, dat is zes of zeven millioen gulden, doch dekken daarmede de uitgaven niet. Het leger bestaat uit 10,000 man, waarvan ech- | |
| |
ter slechts het derde deel goed uitgerust en gewapend is. De flottille wordt door vier goeletten gevormd, van welke er eene in den Stillen en drie in den Atlantischen Oceaan post houden. De hoofdstad der Republiek is Santa Fe de Bogota, de oude zetelplaats van den Onderkoning en voormalige hoofdstad van den vereenigden Staat Columbia. Deze groote en fraaije stad verheft zich op de voorhoogten eener bergketen, in eene uitgestrekte vlakte, op eene zeer aanmerkelijke hoogte boven de zee. De twee riviertjes San Francisco en San Augustino loopen, in den letterlijken zin des woords, als greppels door de stad. Men gaat er over op zeven onderscheidene bruggen, van welke zes
zeer hecht uit steen gebouwd zijn, terwijl de zevende uit hout bestaat. Door grootte en pracht draagt Santa Fe den stempel van vergevorderde beschaving. De stad telde zeven opentlijke pleinen, een van welke met de schoonsten in Europa vergeleken kan worden; daarenboven had zij eene universiteit, een aartsbisschoppelijk paleis, twaalf kerken, vier collegiën, zestien zoo mans- als vrouwenkloosters, een fraai hospitaal, een armhuis, twee kazernen, eene munt, eene openbare bibliotheek, een observatorium, een' schouwburg en vele scholen. Verscheidene inrigtingen, en met name die van het onderwijs, hebben haar ontstaan aan bolivar te danken, die steeds den verstandelijken vooruitgang en de verlichting begunstigd heeft. Ook deze heerlijke stad is, helaas! door de vreeselijke ramp getroffen, welke de op vulkanischen grond gelegene steden en landen gewoonlijk teistert. In het jaar 1826 werd Santa Fe door eene aardbeving bijna geheel verwoest; thans is het uit zijn puin herrezen, alle spoor van het geleden onheil is verdwenen; maar, even als Quito, de hoofdstad van Ecuador, houdt het vreeselijk verledene ook Santa Fe in gedurigen schrik voor eene misschien nog vreeselijker toekomst.
(Het vervolg en slot hierna.) |
|